Het is een zeer gevarieerd bos liggend op een stuwwal met onder andere beuken-, eiken-, douglas- en lariksbossen met diverse soorten onderbegroeiing. Ook herbergt het bos veel wild met diverse wildobservatieplekken en zijn er interessante cultuurhistorische elementen te vinden zoals grafheuvels, oude houtwallen en zeer oude jachtwegen.
Voor landschapsfotografie:
Eigenlijk te veel om op te noemen, maar ik noem er toch één die er voor mij echt uitspringt. De “dansende” beuken, doordat vroeger door houtkap de rechte beuken er tussenuit werden gehaald. Hierdoor staan er nu vele kromme grillige beuken, en omdat Staatsbosbeheer juist in deze stukken ook al het dode hout laat liggen, waan je jezelf in een oerbos.
Voor Macrofotografie:
Diverse bloemen en planten, paddenstoelen, insecten en ijshaar.
Voor wildfotografie:
Onder andere edelherten, wilde zwijnen, reeën, vossen, dassen en diverse bosvogels.
Het gebied achter “Boshuis Drie”: de dansende Beuken. De beste tijd is vooral ‘s morgens vroeg in de herfst als de bladeren verkleuren en er kans is op ochtendmist.
De Garderense duinen: fraaie heuveltjes tussen de beuken met in het voorjaar op zonnige dagen zowel ’s morgens als ‘s avonds heerlijk zacht licht tussen het frisgroene blad.
Rondom het “Solse gat”: een leemkuil met een bijzondere sage, waar het vooral ’s winters met sneeuw de gehele dag door sprookjesachtig mooi is.
Beuken, edelherten, wilde zwijnen, spechten, paddenstoelen.
3 reacties
Ha! Ik op zoek naar heuvels in Garderen kom ik jouw platen tegen!
Mooi wark kerel!
Prachtig en leerzaam verhaal J.P . ……..vergezeld van hele mooie foto’s . gr. Bert
Dank voor het compliment Bert!