De natuurfotograaf versus de natuurfotomaker en de gele jas
Wellicht is het overbodig om te zeggen dat het hierboven getypeerde exemplaar de lachers van de natuurfotomaker op de hand krijgt. Want waarom zou je jezelf voor schutkleur zetten als je ook in je knalgele jas, al vrolijk huppelend en babbelend, een wandelingetje met je camera kunt maken?
Dit zijn natuurlijk twee uitersten, al heb je in deze types ook weer uitschieters. Ik hang er zelf een beetje tussenin denk ik, de gecamoufleerde toeter hoort bijna tot mijn vaste uitrusting en ook ik probeer mijzelf zo geluidloos en onzichtbaar mogelijk te bewegen als ik op een missie ben. Maar mijn jas is zwart.
Natuurfotograaf, een vreemd en egoïstisch soort
Wij zijn een vreemd soort. De wetenschappelijke naam homo sapiens betekent zoveel als “wijs” en “verstandig” mens en ditzelfde soort gebruikt volgens Wikipedia symbolische communicatie als taal en kunst om zichzelf uit te drukken en ideeën uit te wisselen. Daarbij gebruiken mensen werktuigen vaker en effectiever dan welk ander dier dan ook. Als je bij dat werktuig camera invult, die wij als uniek soort met twee handen kunnen vastpakken, en meeneemt dat wij planten en dieren van onze natuur domesticeren én daarmee willen communiceren kun je al snel een natuurfotograaf herkennen.
Wat maakt een natuurfotograaf dan een vreemd soort?
Mijzelf meegerekend durf ik te zeggen dat menig natuurfotograaf een egoïst is. Dat klinkt heftiger dan het is. Om in staat van paraatheid en scherp te zijn heb ik persoonlijk genoeg aan mijzelf als ik op pad ga. Alleen zijn bevordert mijn creativiteit en prikkelt mijn zintuigen.
De mensheid leidde voor het grootste deel van haar geschiedenis het bestaan van jager-verzamelaar, precies wat een natuurfotograaf ook doet. Hierin verschillen wij niet veel van menig diersoort. Tenzij gedomesticeerd maar dat komt weer voor de rekening van de mens.
Jagers en dames met gekleurde sjaaltjes
Ons soort jaagt. We bereiden voor, hebben een prooi voor ogen, jagen en stellen scherp. En dat wil je het liefst zo onopvallend mogelijk doen. En als we dan geschoten hebben willen we het liefst niet delen. Van mij, ik was eerst, ik heb de trofee gewonnen! De sapiens in ons met eerder genoemde betekenis is hierbij ver te zoeken.
Geloof me, ik heb het meegemaakt. Aangekomen op een locatie waar dat ene vogeltje zich zou bevinden stapten net 2 keurige dames met felgekleurde jassen op de fiets, de compactcamera aan hun met zijden sjaal beklede nek bungelend. Op mijn vraag “en, hebben jullie ze nog gezien?” kwam een mompelend “dat gaan we je niet vertellen”. De natuurfotograaf en natuurfotomaker heeft vele gedaantes. Roofdier zou ook een goede omschrijving zijn in dit geval.
Mensen zijn sociaal van aard, aldus dezelfde bron via Google. Zij delen kennis en zijn bedreven in uitwisseling van ideeën. Nou, dan had mijnheer Wiki deze dames nog nooit ontmoet.
Delen is vermenigvuldigen
Ik denk dat ik behalve natuurfotograaf ook mens ben en vind het daarom ook fijn om te delen, of het nu kennis of beleving is. Een dag op pad met een inspirerende medefotograaf kan mij veel energie en ideeën geven, net als het delen van foto’s en de commentaren op social media. Fotografie verbindt en verbroedert en delen is hierbij ook veelal vermenigvuldigen.
Het delen van een locatie uit bescherming van een soort vind ik een ander verhaal. Zelf zou ik nooit om die reden de locatie op social media delen. Dan maar die egoïst.
Natuurfotografie, een explosief magazine in beeldtaal
Toen ik met volle fototas op Schiphol door de douane uit de rij werd gepikt en mijn tas moest openen, bleek de boosdoener het Natuurfotografie Magazine te zijn die door het sealen dezelfde stof zou bevatten als een explosief. Dus moest elke (!) pagina gescand worden. Toevallig zat daar een pagina tussen waar ik zelf op stond zodat de douanier, die zelf vogelfotograaf bleek te zijn, al mijn apparatuur wilde zien. Zo hebben wij heel gezellig over fotografie staan babbelen met een volle rij in mijn rug en een bijna gemist vliegtuig in zicht. We herkennen ons soort. Ook toen ik in een Spaans natuurgebied een collega tegenkwam begrepen we elkaar ondanks mijn steenkolenspaans. De beeldtaal van fotografie is universeel.
Van egoïst naar kuddedier
Op een van mijn favoriete plekjes kom ik regelmatig andere vogelliefhebbers tegen in de hoop onder andere het ijsvogeltje te zien. We kennen elkaar niet maar herkennen elkaar. Er wordt van alles uitgewisseld tijdens de wachtsessies, van gesprekken over camera’s tot stofzuigermerken. En natuurlijk over welke vogeltjes we allemaal gezien hebben de laatste tijd. Zo veranderen we in kuddedieren die op hun manier een sociaal gesprek kunnen voeren. De gewone mens zal ons tijdens zo’n sessie wellicht meewarig aankijken of in ieder geval totaal onze communicatie niet begrijpen.
Soort zoekt soort en soort begrijpt soort. We communiceren met elkaar in de eerder genoemde symbolische communicatie en herkennen elkaar. Aan de camouflagetoeter. Of aan het werktuig. Maar liever niet aan de gele jas.
18 reacties
En vaak dezelfde – verwachtingsvolle – “begroeting” : (N)iets bijzonders vandaag ? Gevolgd door een goedbedoelde “in … is een … gesignaleerd”.
Mijn idee : wat zich ook maar aanbiedt, is voor mij telkens bijzonder genoeg. Eindeloze variatie, die natuur, zelfs lokaal.
Hartelijk dank voor het leuke, herkenbare verhaal 🙂
Daar heb je helemaal gelijk in, Hans!
Het is geen wedstrijd…zoals je zegt kun je ook van het gewone iets bijzonders maken. Dat is juist het leuke aan fotografie!
Ik zeg ga er vooral mee door!