Menu

Onderdeel van Pixfactory

Filtergebruik bij landschapsfotografie

Een landschapsfotograaf is een groot deel van zijn of haar tijd op zoek naar het juiste licht. Dat licht geeft een foto immers kleur, diepte en vooral ook sfeer. Een sterke foto is zelden een toevalstreffer, maar eerder het resultaat van meerdere pogingen en lang wachten. De grootste uitdaging echter is niet het fotograferen bij het beste licht, maar om dat licht onder controle te krijgen.
filters
Om het enorme contrastverschil in deze foto te kunnen beheersen, was een combinatie van een 2- en een 3-stops zacht grijsverloopfilter nodig. Fotograaf: Bart Heirweg

Elke fotograaf herinnert zich ongetwijfeld nog die begindagen, wanneer het enthousiasme in het veld snel bekoeld werd als je thuis een fout belichte foto zag. Had je de lucht goed belicht, dan was plots alle detail en kleur uit de voorgrond verdwenen. Ook de omgekeerde situatie is de doorsnee fotograaf niet onbekend: de voorgrond werd goed belicht, maar de lucht en de wolken werden één groot wit vlak zonder detail, waardoor het resultaat in niets meer op die prachtige zonsopkomst leek.

Dynamisch bereik

Wanneer we naar een landschap kijken, hebben onze ogen geen enkel probleem om het enorme contrastverschil tussen een felle lucht en een donkere voorgrond waar te nemen. Een camera heeft die beperkingen echter wel, waardoor we bij contrastrijke scènes vaak detail in de lichte en de donkere partijen verliezen, omdat de camera er niet in slaagt ze beide goed weer te geven. Dit heeft te maken met het gebrek aan dynamisch bereik van digitale camera’s. Het dynamisch bereik is het bereik van de helderste waarde tot de donkerste waarde dat de beeldchip in één foto kan opnemen. Het dynamisch bereik wordt in het algemeen groter bij een grotere sensor. Een digitale spiegelreflex-camera heeft meestal een groter dynamisch bereik dan een compact en een full-frame camera heeft meestal een groter dynamisch bereik dan een cropcamera. In een situatie waar het verschil tussen lichte en donkere delen groot is, zijn filters van essentieel belang. Grijsverloopfilters helpen je namelijk om de beperkingen in het dynamisch bereik van de camera te omzeilen en zo toch een perfect belichte foto af te leveren.

Vooroordelen over filters

Het gebruik van filters brengt vaak negatieve associaties met zich mee; gefilterde foto’s worden meer dan eens gelijkgesteld met gemanipuleerde beelden, onnatuurlijke kleuren of rare effecten. Deze vooroordelen komen echter voort uit onwetendheid en geven een fout beeld van de mogelijkheden die filters bieden. De meeste filters veranderen helemaal niets aan het beeld dat we met onze ogen waarnemen; ze helpen ons daarentegen het landschap vast te leggen zoals wij het zagen, door de beperkingen van de camera op te heffen. Filters kunnen immers van een zwakke foto nooit een prachtplaatje maken: het licht, de compositie en de omstandigheden moeten nog steeds perfect zijn. Daarnaast compenseren filters evenmin hard of slecht licht; wie sfeer, gevoel en kleur in zijn of haar foto’s wil weergeven, zal nog steeds vroeg uit de veren moeten om dat unieke ochtendlicht op de gevoelige plaat te kunnen vastleggen.

Schermafbeelding 2015-04-09 om 11.33.40Filtersystemen

Er zijn twee soorten filtersystemen: schroeffilters en schuiffilters. Schroeffilters hebben een ronde vorm, bestaan uit glas en worden voor op de lens geschroefd. Doordat de filtermaat afhangt van de lensdiameter, heb je steeds meerdere filters nodig. Schroeffilters zijn minder flexibel in gebruik omdat ze steeds op een vaste positie voor de lens zitten. Als je een grijsverloopfilter gebruikt, kun je de overgang tussen het donkere en het lichte deel niet vrij bepalen, waardoor deze filters de fotograaf in compositie en creativiteit beperken. Het grijsverloopfilter dat je erop schroeft zal de horizon altijd ongeveer in het midden leggen. Het zal duidelijk zijn dat je dat vaak niet wilt.

Het combineren van meerdere schroeffilters is mogelijk, maar moeilijk: de kans op vignetering stijgt aanzienlijk bij het combineren van verschillende types filters. De filters zijn echter wel een stuk goedkoper dan de schuiffilters, waardoor ze voor veel fotografen de eerste keuze zijn in de kennismaking met het gebruik van filters. Het tweede type, de schuiffilter, moet je met behulp van een filterhouder en een adapterring op de lens bevestigen. Deze filters zijn een stuk veelzijdiger, doordat meerdere filters gemakkelijk gecombineerd kunnen worden. De kans op vignetering is dan ook veel kleiner. Doordat deze filters in een filterhouder geplaatst worden, kan de overgang tussen licht en donker (vaak de horizon) minutieus bepaald worden. De filterhouders zijn er in verschillende versies. Voor groothoeklenzen worden speciale houders gemaakt, die als het ware om de lens vallen om de kans op vignetering te minimaliseren. Een schuiffiltersysteem is niet goedkoop, maar met behulp van adapterringen met de diameter van de lens kunnen de filters wel voor elke lens gebruikt worden en blijft het dus bij één investering.

De tekst van dit artikel is gebaseerd op bijdragen door Bart Heirweg en Bendiks Westerink aan het praktijkboek landschapsfotografie.

6 reacties

  1. Hallo Jaap. Een mooi illustratief artikel. Sinds kort ben ik ook over van nabewerkingspogingen op de Benro 100 mm schuiffilters. Een opmerking uit het artikel zet me aan het denken en wel deze: “Wanneer we naar een landschap kijken, hebben onze ogen geen enkel probleem om het enorme contrastverschil tussen een felle lucht en een donkere voorgrond waar te nemen “. Ik vraag me echt af of onze ogen wel zo’n groot dynamisch bereik hebben. Of is het niet veel eerder dat onze ogen zich veel sneller aanpassen als we onze aandacht van het landschap naar de lucht verplaatsen? In onze hersenen wordt dat een beeld dat precies ‘de juiste belichting’ heeft. Ik herinner me de discussie over een foto met iemand die beweerde dat in zijn ogen alles scherp was van de meest nabije objecten tot de verre horizon. Daarvan weet ik zelf heel zeker dat dat niet zo is en hooguit onze hersenen dat idee creëeren. Maar is dat bij deze zogenaamde dynamisch bereik stelling niet net zoiets?

    1. Dag Ivo,
      Voor een deel kun je inderdaad met beeldbewerking achteraf hetzelfde effect bereiken. Bij die keuze speelt de persoonlijke voorkeur van de fotograaf zeker een rol, de een wil bij voorkeur zo min mogelijk nabewerken, de ander heeft er juist plezier in om in die fase zo veel mogelijk uit het bestand te halen.
      Bepaalde effecten kun je nooit met software bereiken en het meest duidelijke voorbeeld is het effect van een polarisatie-filter. Dat is dan ook het enige filter wat ik zelf gebruik.
      Grootste nadelen van een filter(set) zijn de investering en het kwetsbare karakter.
      Groet,
      Jaap

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

6 reacties

  1. Hallo Jaap. Een mooi illustratief artikel. Sinds kort ben ik ook over van nabewerkingspogingen op de Benro 100 mm schuiffilters. Een opmerking uit het artikel zet me aan het denken en wel deze: “Wanneer we naar een landschap kijken, hebben onze ogen geen enkel probleem om het enorme contrastverschil tussen een felle lucht en een donkere voorgrond waar te nemen “. Ik vraag me echt af of onze ogen wel zo’n groot dynamisch bereik hebben. Of is het niet veel eerder dat onze ogen zich veel sneller aanpassen als we onze aandacht van het landschap naar de lucht verplaatsen? In onze hersenen wordt dat een beeld dat precies ‘de juiste belichting’ heeft. Ik herinner me de discussie over een foto met iemand die beweerde dat in zijn ogen alles scherp was van de meest nabije objecten tot de verre horizon. Daarvan weet ik zelf heel zeker dat dat niet zo is en hooguit onze hersenen dat idee creëeren. Maar is dat bij deze zogenaamde dynamisch bereik stelling niet net zoiets?

    1. Dag Ivo,
      Voor een deel kun je inderdaad met beeldbewerking achteraf hetzelfde effect bereiken. Bij die keuze speelt de persoonlijke voorkeur van de fotograaf zeker een rol, de een wil bij voorkeur zo min mogelijk nabewerken, de ander heeft er juist plezier in om in die fase zo veel mogelijk uit het bestand te halen.
      Bepaalde effecten kun je nooit met software bereiken en het meest duidelijke voorbeeld is het effect van een polarisatie-filter. Dat is dan ook het enige filter wat ik zelf gebruik.
      Grootste nadelen van een filter(set) zijn de investering en het kwetsbare karakter.
      Groet,
      Jaap

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: