Het doel van een coating is heel simpel: de reflectie van licht verminderen. De wetten van de optica stellen dat op elke overgang tussen twee materialen met een andere brekingsindex – in dit geval lucht en glas – een deel van het invallende licht gereflecteerd wordt. Dat gereflecteerde licht reist dus niet verder.
Voor een cameraobjectief wil dat zeggen dat bij elke overgang tussen lucht en glas een deel van het licht verloren gaat door reflectie. Dat licht komt dus nooit op de sensor terecht, en je houdt dus minder licht over om de foto te maken. Wat een coating in wezen doet is het verschil in brekingsindex tussen glas en lucht verkleinen. Daardoor vermindert de reflectie en laat de lens meer licht door.
Het effect van coatings is gigantisch. Een lens zonder coating laat ongeveer 96% van het licht door. Een objectief bestaat uit meerdere aparte lenzen, en bij elke overgang tussen glas en lucht gaat licht verloren. Een objectief met 6 elementen zonder coating zou slechts 50% van het licht doorlaten. Voeg nog meer lenzen toe aan het objectief, en je houdt bijna geen licht over. Moderne coatings kunnen ervoor zorgen dat tot 99,7% van het licht doorgelaten wordt. In een objectief met zes elementen wordt dan in totaal 95% van het licht doorgelaten, of bijna het dubbele van wat je zonder coating zou hebben.
Een andere functie van coatings, is interne reflecties voorkomen. Het invallend licht dat door een lens in een objectief wordt gereflecteerd, gaat de andere kant op. Daar kan het opnieuw gereflecteerd worden door een andere lens in het objectief en toch op de sensor belanden, maar dan met een groene of magenta kleurzweem. Goede coatings verminderen de kans op dergelijke ‘spookbeelden’.
Wat is een coating?
Een coating is een heel dun laagje van een bepaalde stof. Vaak worden magnesiumfluoride (MgF 2) of siliciummonoxide (SiO) gebruikt. Ze worden gelijkmatig over het oppervlak worden aangebracht door middel van geavanceerde technieken zoals vacuümdepositie.
Omdat licht uit verschillende golflengten bestaat, volstaat één coating niet om de reflectie voor het volledige spectrum te verbeteren. Daarom worden soms meerdere lagen coatings gebruikt om een breder spectrum door te laten. High-end lenzen met multicoatings halen daardoor een lichttransmissie tot maar liefst 99,9%.
Vandaag wordt vaak voor nanocoatings gekozen. Dat is een coating die geen gladde laag is, maar bestaat uit piepkleine deeltjes op nanometerschaal (een nanometer is één miljardste meter) die worden aangebracht op het lensoppervlak van de lens. Een nanocoating kan net zoals een multicoating de lichttransmissie over een breed bereik verbeteren, van ultraviolet tot bijna-infrarood licht.
Verschillende fabrikanten hebben hun eigen versies van nanocoatings ontwikkeld, zoals Nano Crystal Coat van Nikon, Nano AR Coating van Sony en Subwavelength Structure Coating (SWC) van Canon.
Wat is een fluorcoating?
Naast deze coatings om de lichttransmissie te verbeteren hebben objectieven vaak nog een fluorcoating op het voorste lenselement, en soms ook op het achterste (aan de lensvatting). Een fluorcoating is een coating die water en olie afstoot. Daardoor is het makkelijker om waterdruppels en vingerafdrukken van het voorste lenselement te verwijderen.
4 reacties
Ben toch benieuwd naar die 50%. Voor mij is 0,96^6. = 0,78 dus 78% over na 6 lenzen en 0,997^6 = 0,98, dus 98% met coating…
Doel van coating is de reflectie van licht tegenhouden maar dat doet men toch ook met een polarisatie filter, is deze dan nog van nut?
Het grote verschil is dat een polarisatiefilter wel licht wegneemt en die coatings juist niet.
Een polarisatiefilter voorkomt reflecties van het te fotograferen onderwerp zoals bijvoorbeeld water, autoruiten, metallic lak enz. De coatings op de lens zijn bedoeld om reflecties van het glas van de lens zelf te voorkomen.