Het verschil tussen Lightroom en Photoshop
Lightroom (Lr) is net als Photoshop (Ps) een fotobewerkingsprogramma. Naast het bewerken van foto’s is het met Photoshop goed mogelijk foto’s te manipuleren door bijvoorbeeld met lagen te werken en foto’s te combineren. In Lightroom is het ook mogelijk om een beetje te manipuleren door middel van het gereedschap Vlekken verwijderen (sneltoets Q). Maar deze mogelijkheid is beperkt.

Daar staat tegenover dat Lr één grote bibliotheek is, waar de foto’s door het gebruik van trefwoorden en filters snel te vinden zijn. Als je gereedschap nodig hebt dat in Lr niet te vinden is, bestaat de mogelijkheid een uitstapje te maken naar bijvoorbeeld Photoshop of Photoshop Elements (PsE) door de sneltoets (Ctrl+E) te gebruiken.
Ook is in Lr de mogelijkheid opgenomen om panorama’s (sneltoets CTRL+M)
en HDR opnamen (sneltoets Ctrl+H) te maken.
Raw converter
Lr is in wezen een Raw converter, alleen in een ander jasje dan Adobe Camera Raw (ACR) van Ps en PsE. Lightroom en Adobe Camera Raw wijzigen niet de metagegevens van de afbeelding. Metagegevens is onzichtbare informatie die in elke foto aanwezig is. Zoals de gegevens van diafragma en sluitertijd die in je foto staan.

Bewerkingen die je in Lr uitvoert, kun je ook in Camera Raw uitvoeren. Maar Lr is stukken gestroomlijnder dan Camera Raw in combinatie met Bridge. Wanneer er in Camera Raw een aanpassing is gemaakt, maakt Ps een tweede bestand aan, een XMP bestand. XMP staat voor eXtensible Metadata Platform. In dit metagegevensbestand worden alle wijzigingen opgeslagen. In Adobe Bridge is dit XMP bestand niet zichtbaar, maar wanneer je met de Windows verkenner door de mappen met afbeeldingen bladert, staat naast elk bestand dat gewijzigd is een XMP bestand. Ook Lr maakt een tweede bestand aan waarin de wijzigingen worden bijgehouden. Wat is dan het verschil? De XMP bestanden die Lr aanmaakt worden opgeslagen in een centrale database, de Lightroom catalogus, en zijn (dus) niet zichtbaar in de Windows verkenner. Dit komt de overzichtelijkheid ten goede.
Kopieën maken
Wanneer je één of meerdere kopieën van een bestand wil hebben om ze naderhand met elkaar te vergelijken, dien je in Ps “harde” kopieën te maken. Oftewel daadwerkelijke kopieën van het bestand. Dit gaat ten koste van de ruimte op de harde schijf. Lr daarentegen maakt een virtuele kopie (sneltoets Ctrl+’). Dat betekent dat je in Lr in de module Bibliotheek twee afbeeldingen ziet, maar het is slechts één bestand. Door de sneltoets Ctrl+R te gebruiken zie je een venster met daarin de map en de bewuste foto. Er is slechts één bestand, ongeacht hoeveel virtuele kopieën je maakt! Dit wordt nogmaals duidelijk wanneer je de virtuele kopieën een andere naam wilt geven. Verander je binnen Lightroom de naam van een bestand met virtuele kopieën (sneltoets F2), dan krijgen die andere afbeeldingen dezelfde naam.

Logisch, want er is slechts één bestand. Verander je de naam buiten Lightroom geeft Lr een foutmelding: het programma kan de foto niet vinden. (Dit is gelukkig wel op te lossen.) Afhankelijk van de instellingen die je zelf kan aanpassen in de module Bibliotheek en in de module Ontwikkelen (in beide gevallen sneltoets Ctrl+J), laat Lr zien dat het om een kopie gaat en uiteraard hoeveel kopieën er zijn. Wil je desondanks de virtuele kopieën een andere naam geven kun je ze exporteren. Wil je verdere aanpassingen doen kun je de geëxporteerde bestanden opnieuw, maar nu onder hun eigen naam, importeren in Lr. Het zijn nu wel “harde” kopieën geworden.

Tips voor het gebruik van Lightroom
- Gebruik één catalogus, zeker wanneer je Lr voor het eerst gebruikt en je het programma nog moet leren kennen. Een catalogus kan, onder andere afhankelijk van de vrije ruimte op je harde schijf en de grootte van je geheugen (vele) tienduizenden foto’s bevatten.
- In de catalogus kun je mappen aanmaken en werken met trefwoorden. Deze combinatie van mappen en trefwoorden zorgt ervoor dat je bestanden terug kan vinden. Mocht dat niet voldoende zijn dan is er nog altijd de mogelijkheid bestanden te zoeken door het filteren van de metagegevens.
- Voer bewerkingen zoveel mogelijk uit binnen Lr. Wil je toch gebruik maken van een gereedschap dat niet in Lr voorkomt, dan voer je die bewerkingen vanuit Lr uit in bijvoorbeeld Ps of PsE. Bij “Voorkeuren” geeft je in het tabblad “Extern bewerken” aan welke externe editor(s) je wilt gebruiken om foto’s in te bewerken en weer automatisch te importeren in Lr. Jouw raw-bestand staat dan nog gewoon in Lr. Ik ga er vanuit dat je in raw fotografeert omdat een raw-bestand veel meer ruimte laat om foto’s te bewerken. Uiteraard kun je gewoon jpg’s en andere formaten in Lr gebruiken.

- Wil je bestanden een andere naam geven doe dat dan binnen Lr, anders kan Lr de bestanden niet meer vinden.
- De Lightroom catalogus bevat NIET jouw foto’s. Maak je dus een back up, maak die dan ook van jouw foto’s. Bewaar een back up van jouw catalogus en jouw foto’s liefst op één of twee (externe) harde schijven.
In de volgende tutorial leggen we uit hoe je foto’s in Lightroom importeert en hoe je trefwoorden vastlegt.
4 reacties
Prima artikel Jack, had niks anders verwacht.
Dank je Stef!
Deze tutorial veronderstelt al een zeer uitgebreide kennis van LR. Daarom heeft dit een beginnende gebruiker van LR niets te melden.
@ Tom: De tutorials die volgen zijn meer gericht op de praktijk.