Als macrofotograaf is de winter dan ook vooral een seizoen van verlangen. Naar sneeuw en ijs. Kun je daar tenminste je lusten op botvieren. Vormen en composities! Toch zijn er winters dat de temperatuur amper onder nul komt. Dan hoop je op een vroeg voorjaar. De eerste bladluizen verschijnen ergens in maart. Je kunt ze vinden in krokusjes en ander vroegbloeiend spul dat wil profiteren van de bladloze bomen.
Maar vreest niet. Ook al is de winter lang, saai en koud. Er is een heel aantal heel stoere, taaie diertjes die lak hebben aan sneeuw, ijs en kou. Het zijn de die-hards van de Kleine Wereld. Ze hebben gemerkt dat er een voordeeltje te halen valt uit de winter. Een vroege vermenigvuldiging of een snelle hap uit voorjaarsgroen. Of ze vertikken het gewoon om dood te gaan. Of ze hebben een andere reden om de winter uit te zitten. Als je ze kunt vinden, kunnen ze je helpen door die lange, donkere dagen heen te komen. Er is kleur. Er is vorm. Er is hoop!
1. Onder een houtje
De gewone pissebed (Porcellio scaber). Bij uitstek een winterdier! Je vindt ze onder stenen en rottend hout. De prehistorische look and feel van deze oeroude diertjes kan je versteld doen staan als je er eenmaal bovenop kruipt. Een dinosaurus is er niks bij.

2. In een hoekje
Binnenshuis is er ook van alles te vinden. Neem deze grote trilpsin (Pholcus phalangioides). Wie kent ze niet? Normaal gesproken een gewillige prooi voor de stofzuiger. Je vindt ze in allerlei hoeken en gaatjes, zolang het maar bij het plafond in de buurt is. Goed benaderbaar en lekker vreemd! Neem wel een krukje mee.

3. Op wat mosjes
Het meeldauwlieveheersbeestje (Halyzia sedecimguttata) overwintert net als alle Lieveheersbeestjes, maar is een wat meer bijzondere verschijning. Je kunt ze per ongeluk tegenkomen, als ze door iets zijn verstoord of als ze nog geen plekje hebben gevonden om de winter door te komen.

4. Op een blaadje
Misschien wel het bekendste winterdiertje: het bolvormig springstaartje (Dicyrtomidae). Deze is al vaker voorbij gekomen, maar mag hier absoluut niet ontbreken. Je vindt ze in je tuin en in het bos, op of net onder de strooisellaag. Extreem klein, dus goed zoeken!

5. Op een stengeltje
Dit rupsje is van een niet nader gedetermineerde spannersoort, een bepaald type nachtvlinder. Platgeplakt tegen een stengeltje proberen ze zich onzichtbaar te maken. De sneeuw en kou deert ze niet. Het is vaak goed kijken voordat je door hebt waar de voorzijde zich bevindt.

6. Op een speldje
Eigenlijk een beetje valsspelen met deze gewone wesp (Vespula vulgaris). Kan best. Dit dode exemplaar kwam uit de zolder vallen. Normaal gesproken doet alleen de koningin een winterslaap, dus deze is daar ooit eens als verstekeling terecht gekomen. Lekker stacken! Door 19 foto’s met net iets andere scherptediepte samen te voegen, creëer je een beeld met een scherptediepte die je in één foto niet voor elkaar krijgt.

7. Onder een steentje
Bij het zoeken naar pissebedden kun je ook andere interessante dingen tegenkomen. Deze razendsnelle duizendpoot (Lithobius forficatus) jaagt ’s avonds en ’s nachts op kleine bodemdieren als wormen en slakjes. Vanwege de dunne huid is hij gevoelig voor uitdroging en zal zich overdag dus schuilhouden. Ze kunnen bijten met hun gifkaken, die in feite niets anders zijn dan een verdikt stel voorste pootjes. De beet schijnt als een wespensteek te voelen. Kijk uit!

8. Op een bloemetje
Ook het ‘normale’ lieveheersbeestje (Coccinella septempunctata) is een overwinteraar. In huis kun je ze massaal tegenkomen als ze met z’n allen een mooi plekje hebben gevonden. Buiten kun je ze echter ook aantreffen. Net als het meeldauwlieveheersbeestje kun je ze tegenkomen als ze of te laat zijn, of als ze verstoord zijn. Hier klimt er eentje omhoog op de bloeiaar van het ruig haarmos (Polytrichum piliferum), een andere kleurmaker in de overwegend grauwe wintertonen.

9. In een polletje
Één van de bekendste en meest vreemde der overwinteraars: de winterjuffer. Maar liefst twee soorten weerstaan de kou en hier kun je meer over ze vinden. Ze zijn niet makkelijk te vinden, maar als je ze vindt, is het een grote kick!

10. Overal!
De rups van de agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) is de hele winter aan te treffen. Het is een vreemde verschijning zo midden op de winterdag. Fris en groen kondigt hij zich aan temidden van de vegetatie. Op milde dagen foerageert de rups gewoon door en doet of er niks aan de hand is. Wat nou winter?

11. Op een takje
Dit dier doet er nog een schepje bovenop wat betreft de duizend pootjes van de duizendpoot. Het is de miljoenpoot (Tachypodiulus niger) en is op dezelfde plekken te vinden als zijn minder bedeelde huisgenoot. Ze zijn wel veel rustiger en minder snel. De coördinatie van zoveel pootjes heeft blijkbaar een prijs. Ze zijn ongevaarlijk en de hypnotiserende beweging van de pootjes is prachtig om naar te kijken.

12. Op een tegeltje
Niemands favoriet, deze mug. Toch zijn ze vrijwel de hele Hollandse winter te vinden, er van uitgaande dat het niet vriest. Ook binnen zijn ze dan te vinden. Hebben ze geen uitnodiging van je gehad, wacht nog heel even met ‘verwijderen’ en maak er eerst een macro-opname van. Kun je haar altijd daarna nog vangen en uitzetten. Of iets anders…

13 reacties
Fraai artikel. Ben sinds half jaar bezig met macro, meteen helemaal verslingerd, nu afkicken tot het voorjaar 😉
Insta; “macron1958” voor mijn eerste macro foto’s.