1. Gebruik een laag standpunt
Beginnende fotografen blijven vaak kaarsrecht staan als zij hun omgeving vastleggen. Mensen zijn niet snel geneigd om plat op hun buik te gaan liggen. Geef hen eens ongelijk; het vooruitzicht van top tot teen onder het zand of de modder zitten is niet echt aanlokkelijk. Toch loont het zeker om eens richting de grond te gaan. Kijk maar naar onderstaande beelden.
De eerste foto geeft veel informatie over het landgoed, maar tussen alle groentinten trekt geen enkele blikvanger echt de aandacht. Het is vooral een registrerend beeld van de enorme hoeveelheid bosanemonen. Je ziet daar onder hoe een verandering van het standpunt direct voor meer spanning zorgt. Als kijker lijk je zelf tussen de bloemen te liggen. Het leuke van een groothoeklens is dat je heel dicht op de bloemen kunt kruipen, maar toch ook de omgeving blijft zien.
2. Zie regen als een voordeel
Het voorjaar is vaak wisselvallig, maar blijf vooral niet binnen als het (licht) regent. Regendruppels geven net wat extra’s aan bloemen en kleuren zijn intenser. Let eens op de reflecties die je in druppels ziet. Dit levert vaak heel verrassende foto’s op. Heeft het niet geregend? Geen nood! Speel vals met een plantenspuit en je kunt alsnog aan de slag. Soms heeft de camera moeite met scherpstellen op het spiegelende oppervlak van regendruppels. Het is dan handig om de manual focus te gebruiken, zodat je zelf nauwkeurig kunt bepalen waar de scherpte komt te liggen.
3. Fotografeer tegen de zon in
Tegenlicht werkt heel sfeerverhogend. Je krijgt het beste effect als het onderwerp precies tussen jou en de zon in staat. Bij het fotograferen van bloemen is het dus belangrijk om rond zonsopkomst of zonsondergang te fotograferen als de zon niet hoog aan de hemel staat. Deze bosanemonen ontpoppen zich tot kleine lampjes door het zonlicht dat erin schijnt. De doorschijnende bloemen lijken nog fragieler in het tegenlicht.
Onder de juiste lichtomstandigheden werkt het ook goed om het onderwerp iets onder te belichten. Dit doe je met de belichtingscompensatie op jouw camera, aangeduid met de +/- knop. Zo ontstaat een mooi gouden randje, het zogeheten rimlicht. Met een sterke onderbelichting kun je ook experimenteren met grafische beelden waarin alleen het silhouet van een bloem zichtbaar is.
4. Speel met creatieve bewegingsonscherpte
Voor macrofotografie kun je dagen met heel harde wind beter vermijden. Het is bijna onmogelijk om een scherpe foto te maken als jouw onderwerp constant in de wind heen en weer zwiept. Je kunt dit nadeel natuurlijk ook creatief benutten en spelen met creatieve bewegingsonscherpte. Gebruik bijvoorbeeld een lange sluitertijd bij het fotograferen van een bloemenveld dat wild beweegt in de wind. Zo ontstaat een heel grafisch en abstract beeld.
5. Laat die macrolens eens in je tas
Bij het fotograferen van bloemen ligt een macrolens voor de hand, maar kies ook eens een ander objectief. Als je jezelf dwingt om op een nieuwe manier naar jouw onderwerp te kijken, kom je al snel tot creatieve invalshoeken. Een lange brandpuntsafstand zorgt voor een kleine scherptediepte waardoor een onscherpe, gele waas rondom de narcis ontstaat. Foto’s krijgen een krachtige uitstraling als het onderwerp dezelfde of juist een complementaire kleur heeft t.o.v. de achtergrond. Voor een optimaal effect kies je een bloem die ergens halverwege het bloemenveld staat.
Heb je na deze tips zin gekregen om zelf bloemen te fotograferen? In april organiseert ik twee fotografieworkshops rondom voorjaarsbloeiers op landgoed Oud Poelgeest in Oegstgeest.