Opruimen
Een bos is een rommelig stukje natuur. Overal zijn wel bomen, takjes, blaadjes en struikjes te zien. Aan de fotograaf de taak om dat rommelige stukje natuur zo te bekijken, dat er orde in de chaos ontstaat. Een laagje sneeuw helpt daarbij: het zorgt ervoor dat die druk bezaaide bosbodem een rustige witte oase wordt. Het ruimt de rommel op de grond als het ware op.
Als het dan ook net een heel klein beetje dooit, komt er veel vocht in de lucht en heb je kans op mist. Dit is een uitgelezen moment om solitaire bomen op een mooie grafische manier vastleggen.
Plaksneeuw
Goede plaksneeuw is niet alleen fijn om een sneeuwpop mee te bouwen, het blijft ook nog eens goed plakken aan de zijkant van een boom. Vooral bij bomen met veel structuur in de bast kan dit goed werken. Denk daarbij aan de eik, de den en de acacia. De sneeuw accentueert dan de structuur van de boom.
Luchtige lucht
Het fotograferen van een besneeuwd bos verschilt niet zo veel van het fotograferen van een gewoon bos. Je bent nog steeds op zoek naar orde in de chaos. Maar bij een gewone bosfoto wil je de lucht meestal buiten beeld houden. De lucht is dan het lichtste deel van je foto, en dat leidt af van je onderwerp – de boom. Je oog wordt namelijk getrokken door het lichtste punt van je foto.
In de winter kan dat een puzzel zijn: doordat er geen bladeren aan de bomen zitten, krijg je veel sneller lucht in beeld dan bijvoorbeeld aan het begin van de herfst. In een besneeuwd bos speelt dat probleem niet. Er is door de sneeuw al zo veel wit te zien, dat de lucht er prima bij past.
Kronkelende takken
Dat de takken van een boom de mooiste kronkels maken, is in de zomer door alle bladeren niet te zien. De winter is de uitgelezen mogelijkheid om het gekronkel vast te leggen. Deze vormen worden nog eens benadrukt door de sneeuw die op de takken blijft liggen.
Niet alleen op de dikke takken ligt sneeuw, met wat windstil weer blijft zelfs op het dunste takje een laagje sneeuw liggen. Dit soort mooie details zijn met een zoomlens mooi te vangen.
Het zwarte gat
Het fotograferen van een winters besneeuwd bos is net even wat anders dan een ‘gewoon’ bos. Heel veel in je foto is vrijwel wit. Maar – net als in een gewoon bos – zorg dat bomen niet ‘aan elkaar plakken’, maar los van elkaar staan. Als de stammen van de bomen elkaar overlappen krijg je daar een groot donker vlak op de foto. Doordat de rest van de foto door alle sneeuw vrijwel wit is, trekt dat vlak, als een zwart gat, alle aandacht naar zich toe. Al het andere wat dan in de foto te zien is, valt dan een beetje weg. Accentueer takken en bomen door juist die hoek te kiezen, dat de boom en de sneeuw samen het best tot zijn recht komen.
Let op jezelf en je materiaal
Ten slotte: let – net als altijd – wel op je eigen veiligheid. Kleed je dusdanig dat je warm en droog blijft, denk daarbij vooral aan voeten, hoofd en handen. Speciale fotografiehandschoenen kunnen er voor zorgen dat je ook met koud weer goed kan fotograferen.
Ook je materiaal krijgt met de kou te maken. Probeer het wisselen van lenzen te voorkomen: door een relatief warme lens uit je tas op een ijskoude body te klikken kan je last krijgen van condensvorming in je camera. Dit krijg je er bijna niet meer uit! Bedenk dus voor dat je op pad gaat wat je wilt fotograferen en kies daar je lens op uit.
Ook als je thuis bent is het verstandig om je camera even op het koudste plekje (bijvoorbeeld die onverwarmde zolder bij het raam) neer te leggen om rustig te acclimatiseren – ook weer om condensvorming te voorkomen.
Eén reactie
Mooi artikel Thijs.