Wie af en toe landschappen fotografeert heeft ongetwijfeld al gemerkt dat een camera soms problemen heeft om zowel de lucht als de voorgrond goed belicht te krijgen. Het contrastverschil tussen de felle lucht en de donkere voorgrond is soms te groot. Dit resulteert meestal in een te donkere voorgrond of een uitgebrande lucht. Gelukkig bestaan er voor die gevallen oplossingen. Je kunt gebruik maken van grijsverloopfilters om het contrast dat op de sensor valt te beperken of je kunt HDR-technieken gebruiken en de belichting van meerdere foto’s achteraf samenvoegen om het contrastbereik uit te breiden. Beide technieken hebben voor- en nadelen en afhankelijk van de situatie kies je voor de ene of de andere oplossing.
Grijsverloopfilters
Grijsverloopfilters zijn er specifiek om het grote contrastverschil tussen de lucht en de voorgrond te verminderen, zodat de waarden binnen het dynamische bereik van de camera vallen. Onder dynamisch bereik verstaan we de verhouding tussen het felste en het zwakste licht dat door de camera weergegeven kan worden en het wordt uitgedrukt in stops. Grijsverloopfilters maken de lucht voor de camera schijnbaar donkerder, zodat de belichting van de lucht en voorgrond meer in elkaars buurt komen te liggen. Op die manier slaagt de camera er wel in om zowel lucht als voorgrond goed weer te geven en het beeld vast te leggen zoals wij het op dat moment ook te zien krijgen.

Statief en camera aan de oevers van een windstil Patricia Lake met perfecte reflecties en een beetje nevel boven het water. Fotograaf: Bart Heirweg

Kano’s aan de oever van een windstil Patricia Lake met perfecte reflecties en een beetje nevel boven het water. Fotograaf: Bart Heirweg
Wie mijn fotografische activiteiten wat volgt, weet ongetwijfeld dat ik meestal gebruik maak van grijsverloopfilters. Ik vind het een uitdaging om in het veld alles in één correct belichte foto te vatten. Zo zie ik meteen of de foto geslaagd is en heb ik achteraf ook minder werk bij het nabewerken. Toch zijn er een aantal situaties waar grijsverloopfilters ontoereikend zijn. Het fotograferen van landschappen met reflecties in het water is zo’n geval. Een grijsverloopfilter zorgt ervoor dat de voorgrond wordt oplicht, maar dus ook de reflectie. Wanneer je veel moet filteren omdat de lucht vrij fel is, kan het gebeuren dat de reflectie lichter wordt dan wat ze reflecteert. Dit oogt erg onnatuurlijk en kan je best vermijden; het verraadt bovendien meteen dat er filters gebruikt zijn. Ook wanneer de zon later op de dag sterker begint te worden zijn filters minder geschikt bij het fotograferen in tegenlicht waarbij de zon deel uitmaakt van de foto. In die gevallen moet je meestal zoveel filteren dat het resultaat onnatuurlijk oogt en bovendien krijg je ook last van lensflare of ongewenste lichtvlekken in de foto. Ten slotte zijn ook situaties waarbij er elementen boven de horizon uitsteken en die worden meegefilterd zodat ze te donker lijken.

Exposure blending of HDR
In die gevallen is het handig dat je ook andere technieken kent om het contrastverschil onder controle te houden. Eén van die technieken is exposure blending of een manuele samenvoeging van de belichting van verschillende foto’s. Meestal maak je gebruik van twee beelden, waarbij je de eerste foto goed belicht voor de hooglichten en er dus voor zorgt dat het histogram niet raakt aan de rechterkant. Vervolgens maak je een tweede foto voor de schaduwen en let je erop dat het histogram niet raakt aan de linkerkant. Je fotografeert best vanaf een stevig gepositioneerd statief zodat de foto’s identiek zijn, enkel de belichting mag verschillen. Achteraf kan je deze twee beelden samenvoegen in Photoshop via lagen en maskers.

Vind je het manueel samenvoegen te complex dan kan je gebruik maken van bijvoorbeeld de HDR-functie in Lightroom of Photoshop. Het voordeel hiervan is dat je, in tegenstelling tot exposure blending, meestal minder werk hebt. De software doet immers al het rekenwerk voor jou. In tegenstelling tot exposure blending maakt HDR meestal gebruik van 3, 5, 7 tot wel 9 foto’s. Het verschil in belichting tussen de foto’s bedraagt meestal 0,7 tot 1 stop, afhankelijk van het contrastbereik dat je moet overbruggen.

Net zoals verloopfilters kan je deze technieken echter niet in elke situatie toepassen. Bijvoorbeeld wanneer er veel beweging aanwezig is in het landschap. Als in de ene foto een boom naar links is gewaaid en in de andere foto naar rechts, dan zullen deze beelden moeilijk samen te voegen zijn en ontstaan vaak halo’s in het beeld. In zo’n geval zijn filters dan weer een betere keuze.




Besluit
Zoals je ziet bestaan er verschillende manieren om een oplossing te bieden aan het enorme contrastbereik waarmee je bij landschapsfotografie vaak te maken krijgt. Ik maak bij voorkeur gebruik van filters, maar in sommige situaties zijn ze ontoereikend. In die gevallen is het handig dat je andere technieken kent en dat je gebruik kunt maken van exposure blending of HDR om de belichting van verschillende foto’s samen te voegen. Het is belangrijk om hierbij niet uit het oog te verliezen dat het om natuurfotografie gaat en dat resultaat steeds natuurlijk moet blijven. Vermijd dus die echte HDR-look en laat het landschap zien zoals je het tijdens de opname beleefd hebt.
Eén reactie
Ik denk dat de 2 onderste foto’s van plek zijn verwisseld. De laatste foto lijkt mij de exposure voor de schaduwen en de een na laatste de gemergde foto.