Koudbloedig
Reptielen en amfibieën zijn koudbloedige dieren. Dat betekent dat ze niet zelf hun eigen temperatuur kunnen reguleren. Ze zijn afhankelijk van de omgevingstemperatuur en de zon. Dat is voor ons handig, want daardoor is hun gedrag redelijk goed te voorspellen!
Als het te koud of te warm is, zijn ze inactief. En ze houden niet van wind. Een bewolkte, niet al te warme (en ook niet al te koude) dag is ideaal.
Seizoenen
In de winter zul je deze dieren niet tegen komen, dan zijn ze in een soort winterslaap. Maar als het weer wat warmer wordt, worden ze wakker.
Eind februari, begin maart trekken padden, kikkers en salamanders massaal van hun winterverblijf naar het water. Daar beginnen ze vlak na zonsondergang mee. Ze proberen een partner te vinden om mee te paren en zetten eitjes af in het water. De perfecte periode dus om parende amfibieën of eisnoeren en kikkerdril te fotograferen. Op een dag met een hoge luchtvochtigheid, geen wind en een temperatuur vanaf een graad of 12 heb je grote kans op een massale paddentrek.
Reptielen worden ongeveer in dezelfde periode wakker. Ze zijn iets meer dag-actief. Omdat de zon in het vroege voorjaar nog niet zo warm is, zijn ze nu nog traag. Dat is handig als je ze wilt fotograferen. Over het algemeen geldt dat hoe warmer het is, des te actiever de reptielen zijn. Je kunt ze ’s ochtends het beste benaderen, omdat ze dan nog niet zijn opgewarmd. Ze zijn dan minder snel en minder schuw en blijven dus beter zitten.
In de zomer is het overdag vaak te warm voor deze dieren om in de zon te zitten en ze zullen dan ook weg kruipen. Wil je in de zomer reptielen fotograferen? Doe dat dan ’s ochtends vroeg of laat in de middag. Kikkers zijn vaak nog wel overdag te zien, in slootjes en poeltjes.
Het eind van de zomer en begin van het najaar zijn ook goede periodes om reptielen en amfibieën te fotograferen. Omdat het wat kouder is overdag, worden ze weer wat slomer. Bovendien zijn er nu veel jonge dieren te vinden. Die zijn vaak wat minder schuw dan de volwassen dieren.
September is de beste maand voor het fotograferen van boomkikkers. Die vind je dan vooral op bramenstruiken in de buurt van water.
Benaderen
Reptielen en amfibieën zijn niet bang voor mensen, maar ze zijn vaak wel schrikachtig. De truc is dan ook om ze heel langzaam te benaderen. Dan kun je meestal heel dichtbij komen. Maak vooral geen onverwachte bewegingen, want dan duiken ze weg. De meeste kikkers en hagedissen zullen na een paar minuten weer terug komen als je rustig op dezelfde plek blijft zitten.
Lenskeuze
Je fotografeert reptielen en amfibieën het beste met een tele- of macrolens. Voordeel van een telelens is dat je wat meer afstand kunt houden van het dier. De kans op verstoring is daardoor kleiner. Als je dichtbij genoeg kunt komen om met een macrolens te fotograferen, kun je je richten op kleine details. Heb je een groothoek macrolens? Dan kun je het dier in zijn omgeving fotograferen.
Kleine scherptediepte
Omdat amfibieën en reptielen laag op de grond leven, krijg je al snel een erg drukke foto. Daarom kun je meestal het beste fotograferen met een kleine scherptediepte (dus een laag diafragma getal). Dan worden de voor- en achtergrond waziger en rustiger. Alle aandacht in de foto gaat dan uit naar het dier zelf. Zo voorkom je dat de aandacht wordt afgeleid door grassprieten en takjes.
Ooghoogte
Ga eens op je buik liggen. Zo kom je op ooghoogte van het dier. Door op ooghoogte te fotograferen laat je automatisch al veel rommelige plantjes uit de achtergrond. Die wordt daardoor rustiger. En als kijker maak je meer contact met het dier op de foto. Een foto op ooghoogte genomen, heeft meer impact.
Onder water?
Als je een onderwaterhuis hebt voor je camera, kun je bijzondere foto’s maken van amfibieën in het water. Dit is vooral leuk tijdens het paarseizoen. Denk aan parende kikkers en padden, kikkerdril en later ook kikkervisjes. Je kunt ook foto’s maken die half boven en half onder water zijn genomen. Dat geeft een bijzondere kijk op het leven van de amfibieën.
Algemene aandachtspuntjes
- Verstoor de dieren niet! Ga er niet achteraan rennen als ze voor je weggaan. Dat levert stress op voor het dier en je krijgt zo ook nooit een mooie foto. Je kunt beter even rustig wachten of ze terug komen.
- Pak dieren nooit op! De enige uitzondering hierop is als je een vergunning of vrijstelling hebt in verband met onderzoek of om padden over te zetten tijdens de trek. Oppakken van de dieren geeft veel stress en dat is niet goed voor het dier.
- De meeste natuurgebieden zijn ’s nachts niet toegankelijk. Wil je toch na zonsondergang fotograferen in een natuurgebied? Vraag dan toestemming bij de beheerders.
7 reacties
Wat een prachtig en duidelijk verhaal! Daarbij de mooie foto’s.
Voor mij weer enkele duidelijke tips waar ik echt wat mee kan!
Dank je wel Heleen!
Fijn om te horen dat je iets aan de tips hebt en heel veel plezier met fotograferen!
Groetjes, Wendy