Tutorial zoogdierfotografie, deel 2: Aan de slag

In dit tweede deel gaan we aan de slag nu we hebben bedacht wat we willen. Het eerste deel ging vooral over de voorbereiding; Bedenken wat je wilt en hoe je dat gaat aanpakken. Het derde en laatste deel gaat in op verdieping in het onderwerp. Hoe kun je er meer uithalen met de nodige afwisseling in beelden?
Winterse omstandigheden, belichten in de sneeuw, voorgronden, je kunt er allemaal mee experimenteren in een wildpark. Fotograaf: Paul van Hoof

Aan de slag

In het vorige deel hebben we besproken dat het fotograferen in een wildpark of een andere plek met dieren die aan mensen zijn gewend heel leuk en leerzaam kan zijn. Het kan de gewenste beelden al opleveren, en anders is het een uitstekende voorbereiding voor als je met schuwere dieren aan de slag gaat.

Omdat de dieren in bepaalde mate aan mensen zijn gewend, krijg je waarschijnlijk meerdere kansen voor foto’s en kun je wellicht meerdere lenzen uitproberen. Desondanks is het verstandig om vooraf na te denken over het beeld dat je wilt gaan maken. Anders loop je het risico dat je bij het zien van het dier in de zoeker je als dolle gaat fotograferen en niet meer kritisch nadenkt over het beeld. Doe je dat vooraf, dan is het makkelijker om ter plekke die gedachte na te streven. Eventueel maak je vooraf notities. Zo bedenk je ook vooraf met welke lens je wilt werken. Doe dat dan ook, maar wees flexibel. Is het dier groter of kleiner in beeld dan je dacht, zoom dan of wissel je lens. Zeker als je het bedachte beeld hebt gemaakt, voel je dan vrij om te experimenteren. Werk met verschillende brandpunten en (als je de mogelijkheid hebt) verschillende standpunten.

Schuwere dieren

Dieren in het wild zijn in principe minder voorspelbaar. Om deze dieren te fotograferen kun je rondstruinen en hopen op een ‘lucky shot’, of je gaat proberen de dieren voorspelbaar te maken. Dat kan bijvoorbeeld met een voerplekje, waar de dieren aan wennen en naar toe komen en aan wennen. Of andersom, ze worden voorspelbaarder doordat jíj ze beter leert kennen. Dat kan door ze te observeren (zelf of met een wildcamera) en naar sporen te kijken.

In het geval de dieren heel schuw zijn, of je wilt nachtdieren fotograferen, dan is het wellicht beter om met een cameraval te gaan werken.

Een onverwachte gast op het vogelvoer in de tuin kan het begin zijn van een leuk project. Fotograaf: Paul van Hoof

Op jacht

Als je al struinend op zoek gaat naar wild, laat ook dan niet alles aan het toeval over. Ga bij voorkeur alleen, maak zo min mogelijk geluid en beweeg langzaam. Beweeg je zoveel mogelijk tegen de wind in, dan hebben de dieren je veel minder snel in de gaten. Overweeg een eenbeenstatief, omdat je daar flexibeler mee bent dan met een driepoot. Zorg dat alle instellingen goed staan en dat je snel, doch beheerst kunt reageren.

Schuilen

Een andere strategie is om af te wachten tot het dier zich laat zien. Dat kan vanuit een schuiltent, vanuit de auto, onder een camouflagedoek of zonder hulpmiddelen. Je kunt je installeren bij een voederplek, of bij een wissel, waarvan je weet dat er dieren passeren. Doe je dit buiten de paden en/of na zonsondergang dan heb je mogelijk toestemming nodig van de terreineigenaar.

Zorg er ter plekke voor dat je zo min mogelijk op een mens lijkt. Veel dieren herkennen mensen als gevaar, maar als ze je niet kunnen onderscheiden of ruiken komen ze dichterbij. Ga daarom bij voorkeur tegen een boom zitten of op een andere plek waar je geen silhouet vormt tegen een lichte achtergrond. En kies een plek tegen de wind in van waar je het dier verwacht.

Als je lang moet wachten is enig comfort wenselijk. Ga niet op je knieën of hurken zitten, dat houd je niet lang vol, maar neem een krukje mee. Denk ook aan andere zaken als warme kleding, petje, eten en drinken (niet in kraakverpakkingen). En houd rekening met de mogelijke aanwezigheid van muggen en teken.

Edelhert hinde in het bos. Hier is bewust uitgezoomd om het doorkijkje mee te laten doen in het beeld. Fotograaf: Paul van Hoof

Standby

Zet alles klaar zodat je alleen nog maar af hoeft te drukken als het dier verschijnt. Zet je camera dus al klaar op statief, eventueel met een camouflagedoek er overheen. Zorg dat je instellingen goed staan en maak alvast een paar testfoto’s. Denk aan zaken als een volle accu en zet bliepjes en lampjes uit en zet je telefoon uit of op stil! Berg alles op wat je niet meer nodig hebt. Zeker als je in de schemer gaat zitten kan het donker zijn als je weer weg gaat. Ken je route terug en zorg voor een lampje.

Eenmaal geïnstalleerd is het zaak zo stil mogelijk te blijven en zo min mogelijk te bewegen.
Vanaf dit moment laat je de bewoonde wereld achter je en ga je op in de natuur. Je zult je ook steeds bewuster worden van de geluiden van de natuur om je heen en je zult elke ritsel horen. Je moet dus blijven opletten. Een verrekijker kan helpen om de boel mee in de gaten te houden. Let ook op alarmerende vogels. En dan nog kun je verrast worden als het dier er opeens staat, precies op de plek waar je dat wilde!

Na lang wachten verschijnt er eindelijk een boommarterhoofd in de boomholte. Fotograaf: Paul van Hoof

Afdrukken!

Je staat nu oog in oog met het dier!
Dat is niet het moment om je fotomaatje aan te stoten of abrupt je camera de andere kant op te zwaaien. Blijf rustig en maak geen onverwachte bewegingen. Probeer langzaam en zonder plotselinge bewegingen de camera te richten en het dier op de juiste plek in beeld te krijgen. Stel scherp en druk af!

Hoe vaak je kunt afdrukken hangt af van de situatie en het dier. Sommige dieren schrikken al van die eerste bewegingen of van het geluid van de sluiter of opklappende spiegel bij een spiegelreflexcamera. Veel camera’s hebben een stille modus. Zeker de huidige systeemcamera’s kunnen vrijwel geruisloos fotograferen. Maak daar gebruik van.

Dassen laten zich meestal pas zien als het donker begint te worden. Een uitdaging voor het geduld, scherpstelling en de belichtingstijd. Fotograaf: Paul van Hoof

Foto gemaakt en dan?

Is het gelukt om de foto(‘s) te maken? Geweldig! Maar bekoel je enthousiasme nog even. Als je nu abrupt opstaat en geluid maakt, schrikt het dier (en andere dieren in buurt) alsnog. Wacht tot je zeker weet dat hij weg is en ga dan rustig en zo stil mogelijk weg.

 


Dit tutorial maakt onderdeel uit van een driedelige serie waarin je alles kan lezen over het fotograferen van zoogdieren. Om de andere delen van deze reeks te lezen klik op onderstaande links:

Tutorial zoogdierfotografie, deel 1: Voorbereiding
Tutorial zoogdierfotografie, deel 2: Aan de slag
Tutorial zoogdierfotografie, deel 3: Verdieping

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: