Menu

Onderdeel van Pixfactory

Zo fotografeer je de zandhagedis op een verantwoorde manier

Het voorjaar is in volle gang en als reptielenliefhebber gaat mijn hart sneller kloppen. In Nederland en België kun je nu prachtige felgroene zandhagedissen fotograferen. In dit artikel vertel ik hoe jij op een verantwoorde manier zandhagedissenfoto’s kunt maken.
De zandhagedis is een robuust gebouwde hagedis met een zwaargebouwde kop die niet groter wordt dan 21cm. De zandhagedis heeft een zeer kenmerkende bruine band op de rug. Deze bruine band wordt aan de flanken begrenst door twee lichte strepen. Het patroon van donkere en lichte vlekken en strepen is bij elk individu uniek. Fotograaf: Ronald Zimmerman

De beste periode om zandhagedissen te fotograferen

De voortplantingsperiode is de beste periode om zandhagedissen te fotograferen. De voortplantingsperiode begint vaak al eind april en neemt de gehele maand mei tot begin juni in beslag. Gedurende deze periode zijn vooral de mannetjes erg actief met het zoeken naar een partner en het verdedigen van hun leefgebied. De kans dat je fotogenieke mannetjes tegenkomt is in deze periode groot.

De eerste zandhagedissen worden soms al op zonnige dagen in eind februari en maart gezien. De meeste zandhagedissen ontwaken pas in april uit de winterslaap. De mannetjes komen meestal als eerste tevoorschijn. Zo’n twee weken later ontwaakt het merendeel van de vrouwtjes en sub-adulte dieren. Tegen de tijd dat het merendeel van de vrouwtjes ontwaakt, hebben de mannetjes inmiddels hun felgroene lichaamskleur gekregen en zijn ze klaar om te paren. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Tijdens de voortplantingsperiode krijgen de mannetjes een felgroene kleur en worden zij roekelozer. In deze periode ligt de focus volledig op het voortplanten en nemen zij meer risico. Je kunt de zandhagedissen in deze periode eenvoudiger benaderen. Dat geldt vooral voor het beging van de voortplantingsperiode. Eind april en begin mei zijn ze eenvoudig te benaderen. Daarna neemt dat geleidelijk af.

In Nederland zijn zandhagedissen gebonden aan de hogere zandgronden. De kustduinen en de Veluwe zijn de belangrijkste kerngebieden voor Nederlandse zandhagedissen. Vrouwtjes hebben onbegroeide zandige plekken om de eitjes in te graven. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Fotografeer zandhagedissen in situ

In situ is een Latijnse uitdrukking dat “op zijn plaats” betekent. Bij het fotograferen in situ bevindt het dier zich op zijn oorspronkelijke plaats. Bij een echte in situ foto is het dier gefotografeerd zonder manipulatie van de fotograaf. Het dier is gefotografeerd zoals aangetroffen en toont de natuur zoals deze is.

Het belangrijkste argument om in situ te fotograferen is de gezondheid van de hagedissen. Het aanraken van zandhagedissen bezorgt ze veel stress en kan nadelig zijn voor de gezondheid.
Zandhagedissen kunnen hun staart loslaten als verdedigingsmechanisme. Dit doen zij om het roofdier af te leiden zodat zij kunnen vluchten. Zandhagedissen zien de hand van de fotograaf aan voor roofdier en kunnen hun staart laten vallen als je ze oppakt.
Het vangen van een zandhagedis om deze vervolgens op een mooie plek te poseren is daarnaast ook bij wet verboden. Zandhagedissen zijn een beschermde soort en voor het hanteren heb je een ontheffing nodig.

In situ fotografie heeft de minste impact op de gezondheid van zandhagedissen en is daarom ook de meest ethisch verantwoorde manier van fotograferen.

Zandhagedissen kunnen snel de benen nemen. Dat biedt ook kansen voor een in situ foto. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Fotografeer natuurlijk gedrag

Veel beelden van geposeerde zandhagedissen zien er onnatuurlijk uit. Het poseren van deze dieren op een natuurlijke manier vergt veel kennis. Een kenner herkent wanneer je een dier op een onnatuurlijke manier hebt geposeerd. Zij zien dat bijvoorbeeld aan de plaats en de houding van het dier. Een voordeel van een in situ foto is dat deze altijd natuurlijk is.

In situ fotografie geeft je ook de kans om natuurlijk gedrag te fotograferen. Wanneer een zandhagedis gevangen wordt krijgt het dier geen kans om natuurlijk gedrag te laten zien.
Gedrag of interacties tussen dieren zijn belangrijke ingrediënten voor onderscheidende foto’s. Je hebt een flinke dosis geduld en geluk nodig om een interessante interactie tussen dieren te zien en ook nog eens succesvol te fotograferen.
De kans dat je een topfoto maakt is dan ook groter met een in situ foto. De belangrijkste fotowedstrijden eisen daarnaast ook dat het dier niet gemanipuleerd is.

De voortplanting gaat bij de mannetjes voor alles. Dit mannetje is succesvol. Na de daad, zal hij het vrouwtje bewaken. Hij wil zekerweten dat hij degene is die de eitjes heeft bevrucht. Zorg ervoor dat je als fotograaf de paring zelf niet verstoort. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Geduld zal lonen

Neem vooral de tijd om zandhagedissen te fotograferen. Wanneer je langzaam beweegt en geduldig bent zullen de kansen komen.

Zandhagedissen zijn koudbloedige dieren en hebben de warmte van de zon nodig om actief te worden. Vroeg opstaan om de zonnende zandhagedissen te fotograferen zal zeker lonen. Het is tijdens de voortplantingsperiode alleen niet noodzakelijk voor een goede foto. Gedurende de dag zijn zowel actiefoto’s als portretten mogelijk. Aan het einde van de middag kun je ze vervolgens weer rustig zonnend aantreffen.

Wanneer zandhagedissen vluchten dan kruipen zij ergens veilig onder. Ze blijven in de buurt.
Tijdens de voortplantingstijd zullen zandhagedissen steeds weer tevoorschijn komen. Met name voor mannetjes is het zonnen, het verdedigen van goede plekken en het hof maken van vrouwtjes te belangrijk. Het achtervolgen van mannetjes zandhagedissen hoeft dan ook niet. Je gaat hun gewoontes herkennen en wanneer je rustig op een strategische plaats zit komen de zandhagedissen op je af.

Door hun gewoontes te herkennen en wanneer je rustig op een strategische plaats zit, komen de zandhagedissen op je af. Met wat geduld en ervaring kun je op deze manier een zandhagedis met een macrolens fotograferen. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Objectieven die je kunt gebruiken om zandhagedissen te fotograferen

In principe bestaat er geen optimaal objectief voor zandhagedissen. Het juiste objectief op het juiste moment vergroot wel je kansen op een goede foto. Het is in alle gevallen belangrijk dat je langzaam beweegt en dat je laag bij de grond blijft. Zandhagedissen vluchten meestal pas wanneer je binnen anderhalf meter afstand komt. Deze afstand is tegenwoordig moeiteloos in te schatten.

Met een teleobjectief is de kans op een foto het grootst. Hier geldt dat hoe meer mm, hoe minder snel je zandhagedissen verstoort. Ik begin zelf meestal met de Canon 100-400 II. Dankzij de korte minimale scherpstelafstand kun je zo dicht mogelijk bij de zandhagedissen komen. Het bereik zorgt ervoor dat je bij schuwere hagedissen afstand kunt bewaren.
In het verleden heb ik 300mm F4 objectieven gebruikt. Ook deze hebben vaak een korte minimale scherpstelafstand en hebben veel bereik.
Op momenten dat je zandhagedissen beter niet kunt verstoren is een teleobjectief ook aan te raden. Dat is bijvoorbeeld wanneer vrouwtjes de eitjes ingraven (juni en juli) en tijdens de paring.

Tijdens de voortplantingsperiode of met wat meer ervaring kun je ook een macrolens gebruiken. Een macrolens is scherper en dankzij de korte scherpstelafstand is de kans op storende elementen kleiner. Soms is zelfs een groothoek objectief mogelijk om meer van de omgeving te laten zien.
Mijn benadering is dat ik met mijn teleobjectief begin en wanneer het dier het toelaat een macrolens probeer.

Met een macrolens kun je zelfs de kleinste details zichtbaar maken. Fotograaf: Ronald Zimmerman

Ik hoop dat dit artikel jou heeft geïnspireerd om zandhagedissen op een ethisch verantwoorde manier te fotograferen. Een hoop geduld zal je goede resultaten opleveren. Vergeet niet te genieten van het mooie schouwspel.

Meer informatie over de zandhagedis:

Ravon soortinformatie over de zandhagedis

Ravon informatie over de zandhagedis

6 reacties

  1. Mooi artikel met heel veel info. Tegelijkertijd, ook als het dier weer tevoorschijn komt, als het is weggeschoten was je te dichtbij. Gezien de hoeveelheid fotografen die allemaal met een ‘onderschijdende’ foto thuis willen komen (want veel likejes), denk ik toch dat het beter is om gewoon te stellen dat een grotere telelens altijd beter is. En het argument dat een macrolens scherper zou zijn ken ik niet en vind ik gevaarlijk. Een macrolens kan hooguit veel dichterbij scherpstellen. Laten we niet hopen dat nu hele hordes halfwassen natuurfotografen foto’s gaan proberen te maken met een korte macrolens (want scherper!)…

    1. Misschien wel goed om een en ander wat concreter te maken. Regel 1, gebruik de langste telelens die je hebt. Alleen als je heel veel ervaring hebt met het lezen van het gedrag en het verstoringsvrij benaderen kan je andere lenzen gebruiken. Maar tegen die tijd weet je ook zelf wel wat dat voor lenzen zouden moeten zijn. Zolang daar nog vragen over zijn dus altijd langste brandpuntsafstand!

    2. Dankje! Het klopt wel wat onze hobby steeds populairder wordt en er veel nieuwe aanwas is. Ondanks alle nadelen betekent het wel dat er meer positieve aandacht voor onze natuur is. Er is inderdaad een “prestatiedrang” die mensen over de grens kan laten gaan. Ook gaan mensen over de grens omdat ze niet bekend zijn met de grenzen/dat er überhaupt grenzen zijn. Ethiek is een overkoepelend thema waar ik hopelijk positief aan bijdraag op dit platform.
      Natuurlijk is 0 verstoring de ideale situatie. Het is niet altijd helemaal uit te sluiten. Ook met wandelen kun je ze per ongeluk verstoren.
      Niet elke verstoring is even schadelijk. Een vluchtende hagedis zal even later weer terugkomen. Als dit te vaak gebeurt is dat natuurlijk wel nadelig voor de hagedis. Minder tijd in de zon betekent minder tijd om te voeden en evt voortplantingsgedrag. Daarom fotografeer ik het liefst op een plek met een overvloed van zandhagedissen. Ook als het niet verstorend is dan hoef ik niet de hele tijd bij dezelfde zandhagedis te zijn voor een foto. Mocht ik wel verstoren dan laat ik hem meteen met rust. Ga ze niet achtervolgen. Meestal zijn er een aantal hagedissen in een populatie die extreem coöperatief zijn.
      Momenten die wel echt verstorend en schadelijk kunnen zijn heb ik benoemd. Daar is een andere aanpak nodig: “meer afstand en een telelens”. Dat zijn: “ Op momenten dat je zandhagedissen beter niet kunt verstoren is een teleobjectief ook aan te raden. Dat is bijvoorbeeld wanneer vrouwtjes de eitjes ingraven (juni en juli) en tijdens de paring”.
      Een macrolens is scherper en je kan een grotere scherptediepte gebruiken. Dat je een macro op 30cm kan gebruiken betekent niet dat het ook moet. Een koude zandhagedis die aan het zonnen is kun je dan best rustig benaderen (als je er bij kan mbt gebiedsregels). Maak een paar foto’s van dichterbij en ga weer verder/of naar de volgende. Dat rustig benaderen heb ik beschreven. Bij rustig en langzaam benaderen is de kans op verstoring of elke afstand kleiner (afhankelijk van je sluipvaardigheden).

  2. Wat een leuke en fijne informatie. Heb het geluk gehad al zandhagedissen tegen te komen en idd met een telelens gefotografeerd. Met een macrolens durfde ik nog niet aan omdat ik ze niet wilde verstoren.
    Insta natuurlijk.marijke

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

6 reacties

  1. Mooi artikel met heel veel info. Tegelijkertijd, ook als het dier weer tevoorschijn komt, als het is weggeschoten was je te dichtbij. Gezien de hoeveelheid fotografen die allemaal met een ‘onderschijdende’ foto thuis willen komen (want veel likejes), denk ik toch dat het beter is om gewoon te stellen dat een grotere telelens altijd beter is. En het argument dat een macrolens scherper zou zijn ken ik niet en vind ik gevaarlijk. Een macrolens kan hooguit veel dichterbij scherpstellen. Laten we niet hopen dat nu hele hordes halfwassen natuurfotografen foto’s gaan proberen te maken met een korte macrolens (want scherper!)…

    1. Misschien wel goed om een en ander wat concreter te maken. Regel 1, gebruik de langste telelens die je hebt. Alleen als je heel veel ervaring hebt met het lezen van het gedrag en het verstoringsvrij benaderen kan je andere lenzen gebruiken. Maar tegen die tijd weet je ook zelf wel wat dat voor lenzen zouden moeten zijn. Zolang daar nog vragen over zijn dus altijd langste brandpuntsafstand!

    2. Dankje! Het klopt wel wat onze hobby steeds populairder wordt en er veel nieuwe aanwas is. Ondanks alle nadelen betekent het wel dat er meer positieve aandacht voor onze natuur is. Er is inderdaad een “prestatiedrang” die mensen over de grens kan laten gaan. Ook gaan mensen over de grens omdat ze niet bekend zijn met de grenzen/dat er überhaupt grenzen zijn. Ethiek is een overkoepelend thema waar ik hopelijk positief aan bijdraag op dit platform.
      Natuurlijk is 0 verstoring de ideale situatie. Het is niet altijd helemaal uit te sluiten. Ook met wandelen kun je ze per ongeluk verstoren.
      Niet elke verstoring is even schadelijk. Een vluchtende hagedis zal even later weer terugkomen. Als dit te vaak gebeurt is dat natuurlijk wel nadelig voor de hagedis. Minder tijd in de zon betekent minder tijd om te voeden en evt voortplantingsgedrag. Daarom fotografeer ik het liefst op een plek met een overvloed van zandhagedissen. Ook als het niet verstorend is dan hoef ik niet de hele tijd bij dezelfde zandhagedis te zijn voor een foto. Mocht ik wel verstoren dan laat ik hem meteen met rust. Ga ze niet achtervolgen. Meestal zijn er een aantal hagedissen in een populatie die extreem coöperatief zijn.
      Momenten die wel echt verstorend en schadelijk kunnen zijn heb ik benoemd. Daar is een andere aanpak nodig: “meer afstand en een telelens”. Dat zijn: “ Op momenten dat je zandhagedissen beter niet kunt verstoren is een teleobjectief ook aan te raden. Dat is bijvoorbeeld wanneer vrouwtjes de eitjes ingraven (juni en juli) en tijdens de paring”.
      Een macrolens is scherper en je kan een grotere scherptediepte gebruiken. Dat je een macro op 30cm kan gebruiken betekent niet dat het ook moet. Een koude zandhagedis die aan het zonnen is kun je dan best rustig benaderen (als je er bij kan mbt gebiedsregels). Maak een paar foto’s van dichterbij en ga weer verder/of naar de volgende. Dat rustig benaderen heb ik beschreven. Bij rustig en langzaam benaderen is de kans op verstoring of elke afstand kleiner (afhankelijk van je sluipvaardigheden).

  2. Wat een leuke en fijne informatie. Heb het geluk gehad al zandhagedissen tegen te komen en idd met een telelens gefotografeerd. Met een macrolens durfde ik nog niet aan omdat ik ze niet wilde verstoren.
    Insta natuurlijk.marijke

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: