Wat is een teleobjectief?

Een teleobjectief of telelens is een type lens dat gebruikt wordt om onderwerpen die ver weg zijn te fotografen. Een teleobjectief wordt gekenmerkt door een relatief lange brandpuntsafstand.
Met een tele-objectief fotografeer je onderwerpen die ver weg zijn.
Met een tele-objectief fotografeer je onderwerpen die ver weg zijn. Fotograaf: Erik Derycke

We spreken van een teleobjectief bij een brandpuntsafstand van 75mm of meer. Teleobjectieven worden onderverdeeld in korte tele (75 tot 135mm), medium tele (135 tot 200mm), standaard tele (200 tot 300mm) en supertele (meer dan 300mm), al zijn ook andere indelingen mogelijk.

hoe langer de brandpuntsafstand, hoe kleiner de beeldhoek.
hoe langer de brandpuntsafstand, hoe kleiner de beeldhoek. Fotograaf: Panasonic

Teleobjectieven gebruiken een speciale optische constructie. Daardoor kunnen ze korter zijn dan je van een objectief met dergelijke lange brandpuntsafstanden zou verwachten. Bij een gewoon objectief is de lengte van het voorste lenselement tot het beeldvlak namelijk even groot als de brandpuntsafstand. Met een gewone optische constructie zou een teleobjectief met brandpuntsafstand 600mm met andere woorden zowat 60 cm lang zijn. Door de speciale constructie zijn teleobjectieven veel handelbaarder dan een klassiek objectief met lange brandpuntsafstand zou zijn.

Een tele-objectief is compacter dan een klassiek objectief met dezelfde brandpuntsafstand zou zijn.
Een teleobjectief is compacter dan een klassiek objectief met dezelfde brandpuntsafstand zou zijn. Fotograaf: Jaimy de Hon/Sony

Waarop letten?

Net als bij andere objectiefsoorten vind je bij teleobjectieven zowel objectieven met vaste brandpuntsafstand (primes) als objectieven met veranderlijke brandpuntsafstand (zooms). Teleobjectieven met vaste brandpuntsafstand hadden lange tijd de reputatie beter te zijn dan zooms, maar verbeteringen in lensontwerp en nieuwe glassoorten hebben daar verandering in gebracht. Sommige nieuwe telezooms zijn optisch gewoon beter dan oudere tele-objectieven met vaste brandpuntsafstand.

Een belangrijke eigenschap van een teleobjectief is het maximale diafragma. Een groot diafragma (bijvoorbeeld F2.8) laat veel licht door, zodat je lagere gevoeligheid, kortere sluitertijden kunt gebruiken. Een groot diafragma zorgt ook voor een mooiere onscherpe achtergrond. Het maar maakt het objectief ook zwaarder en duurder.

Omwille van de lange brandpuntsafstanden gebruiken teleobjectieven vaak beeldstabilisatie. Een aparte lensgroep in het objectief beweegt dan om bewegingen van de camera tijdens het fotograferen te compenseren. Een lens met beeldstabilisatie kan je helpen om scherpere foto’s te maken uit de hand, zonder statief.

Heel wat telelenzen bieden beeldstabilisatie.
Heel wat telelenzen bieden beeldstabilisatie. Fotograaf: Canon

3 reacties

  1. Het staat heel klein in de rechter bovenhoek van het plaatje van Panasonic, maar ongelooflijk belangrijk: “for 35mm film”
    Een 300mm lens die ik graag op mijn 8×10 grootformaat camera gebruikt is namelijk geen telelens in combinatie met die film grootte.
    Hoe dan ook, kies gewoon een lens die bij je past. Als anderen het dan een telelens noemen, prima.

    1. En 100% ongelooflijk correct!!! De begrippen ’tele’ en ‘groothoek’ zijn gerelateerd aan beeldhoek en dus aan beelddrager formaat. Omgekeerd echter is uw 300mm voor 8×10″ slecht bruikbaar voor 35mm film omdat het scheidend vermogen (niet ‘oplossend vermogen’ – dát gaat over wasmiddelen!) veel te laag is (niet nodig voor bedoelde opname formaat).
      Nu zal misschien gedacht worden dat dit in deze tijd van kleine en nog kleinere beelddragers niet meer relevant en alleen nog geinig voor miereneukende opa’s uit de tijd van 8×10″ is, maar die gedachte is onjuist want de optische theorie gaat eender op voor verschillen tussen ‘fullframe’ (= ‘kleinbeeld’ = 35mm film), DX c.q. APS-C (=’halfkleinbeeld’), etc.

  2. Je zou toch verdorie ook mogen verwachten dat nieuwe, zo duur mogelijke objectieven beter zijn dan oudere modellen! Toch is het lang niet altijd waar; de Nikon 200mm f/4 ED-IF AF Micro-NIKKOR (uit 1993!) is, zover ik weet, nog altijd de kampioen van “Verstappen-categorie” als het om macro objectieven gaat en zo weet ik er nog wel een paar. Aardig wat meer eigenlijk wel als ik heel eerlijk doe.
    Een punt van aandacht is, denk ik, dat er niets voor natuurfotografen werd/wordt ontwikkeld als het om basics zoals camerahuizen en objectieven gaat. Daar is die markt gewoon niet interessant genoeg voor! Mensen kieken vrijwel alleen maar mensen en mensendingen (al lijkt dat vanuit de natuurfotografenbubbel soms anders) en dat uitzonderlijk goede micro-nikkor ding werd bedacht vooral voor geneeskundig gerelateerde professionele toepassingen en dáármee staat het financiële plaatje alsook het de relatief geringe productie in perspectief. Als natuurkieker moet je het maar doen met wat toevallig of niet toch al voorhanden is….
    Zo is ook beeldstabilisatie met name voor natuurkiekers vaak van generlei waarde simpelweg vanwege de ongezeglijkheid van de beweeglijke onderwerpen (niet per se een beessie, wat had u gedacht van spinrag in de wind… zit je braaf een plantje te kieken, plampies erop en eraan komt je toch nog thuis met rottige onscherpe spindraadjes!). Kortom, voldoende snelle sluitertijden én goede statieven zijn zoals vanouds onze ware vrienden.
    Wie écht iets voor de natuurfotograaf wil ontwerpen komt met een 400mm/f2.0 en minimale beeldafstand 1,5 mtr, maar dan op vestzakformaat voor halfkleinbeeld (“DX” etc.) sensors. De 200mm micro nikkor kan gewoon blijven ware het niet dat nou juist die uit productie is (te goed?). Beste groeten weer van de muppet opa op het theaterbalkonnetje 🙂

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

3 reacties

  1. Het staat heel klein in de rechter bovenhoek van het plaatje van Panasonic, maar ongelooflijk belangrijk: “for 35mm film”
    Een 300mm lens die ik graag op mijn 8×10 grootformaat camera gebruikt is namelijk geen telelens in combinatie met die film grootte.
    Hoe dan ook, kies gewoon een lens die bij je past. Als anderen het dan een telelens noemen, prima.

    1. En 100% ongelooflijk correct!!! De begrippen ’tele’ en ‘groothoek’ zijn gerelateerd aan beeldhoek en dus aan beelddrager formaat. Omgekeerd echter is uw 300mm voor 8×10″ slecht bruikbaar voor 35mm film omdat het scheidend vermogen (niet ‘oplossend vermogen’ – dát gaat over wasmiddelen!) veel te laag is (niet nodig voor bedoelde opname formaat).
      Nu zal misschien gedacht worden dat dit in deze tijd van kleine en nog kleinere beelddragers niet meer relevant en alleen nog geinig voor miereneukende opa’s uit de tijd van 8×10″ is, maar die gedachte is onjuist want de optische theorie gaat eender op voor verschillen tussen ‘fullframe’ (= ‘kleinbeeld’ = 35mm film), DX c.q. APS-C (=’halfkleinbeeld’), etc.

  2. Je zou toch verdorie ook mogen verwachten dat nieuwe, zo duur mogelijke objectieven beter zijn dan oudere modellen! Toch is het lang niet altijd waar; de Nikon 200mm f/4 ED-IF AF Micro-NIKKOR (uit 1993!) is, zover ik weet, nog altijd de kampioen van “Verstappen-categorie” als het om macro objectieven gaat en zo weet ik er nog wel een paar. Aardig wat meer eigenlijk wel als ik heel eerlijk doe.
    Een punt van aandacht is, denk ik, dat er niets voor natuurfotografen werd/wordt ontwikkeld als het om basics zoals camerahuizen en objectieven gaat. Daar is die markt gewoon niet interessant genoeg voor! Mensen kieken vrijwel alleen maar mensen en mensendingen (al lijkt dat vanuit de natuurfotografenbubbel soms anders) en dat uitzonderlijk goede micro-nikkor ding werd bedacht vooral voor geneeskundig gerelateerde professionele toepassingen en dáármee staat het financiële plaatje alsook het de relatief geringe productie in perspectief. Als natuurkieker moet je het maar doen met wat toevallig of niet toch al voorhanden is….
    Zo is ook beeldstabilisatie met name voor natuurkiekers vaak van generlei waarde simpelweg vanwege de ongezeglijkheid van de beweeglijke onderwerpen (niet per se een beessie, wat had u gedacht van spinrag in de wind… zit je braaf een plantje te kieken, plampies erop en eraan komt je toch nog thuis met rottige onscherpe spindraadjes!). Kortom, voldoende snelle sluitertijden én goede statieven zijn zoals vanouds onze ware vrienden.
    Wie écht iets voor de natuurfotograaf wil ontwerpen komt met een 400mm/f2.0 en minimale beeldafstand 1,5 mtr, maar dan op vestzakformaat voor halfkleinbeeld (“DX” etc.) sensors. De 200mm micro nikkor kan gewoon blijven ware het niet dat nou juist die uit productie is (te goed?). Beste groeten weer van de muppet opa op het theaterbalkonnetje 🙂

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: