De beeldverhouding ligt vast, en ook weer niet. Elke camera heeft een eigen, vaste beeldverhouding. Die wordt bepaald door de fysieke kenmerken van de sensor (of het negatief, in analoge camera’s). Bij de meeste digitale camera’s heeft de sensor een verhouding 2:3. Met de standaardinstellingen hebben je foto’s dan ook de verhouding 2:3. Dat geeft dan een foto met bijvoorbeeld 4000 x 6000 pixels, als je een 24 megapixelsensor hebt.
Via het cameramenu kan je echter ook andere beeldverhoudingen kiezen. Wat er dan gebeurt, is dat een deel van de sensor niet gebruikt wordt. De foto heeft daarom minder pixels dan wanneer je de normale, vaste beeldverhouding gebruikt.
Wat je ook kan doen, is fotograferen met de vaste beeldverhouding van je camera, en in nabewerking de foto bijsnijden (croppen) naar een andere beeldverhouding. Daarbij gooi je een deel van de pixels weg.
Hieronder vermelden we veelvoorkomende beeldverhoudingen en hun oorsprong.
2:3 beeldverhouding
De 2:3 beeldverhouding is een van de meest gangbare in de fotografie. Deze verhouding vindt zijn oorsprong in de 35mm film en werd overgenomen voor de sensor van de meeste digitale camera’s. De rechthoekige vorm leent zich goed voor een hele waaier aan onderwerpen.
4:3 Beeldverhouding
De 4:3 beeldverhouding heeft zijn oorsprong in televisiestandaarden en wordt ook gebruikt in camera’s met het Four Thirds systeem van Olympus en Panasonic en in bepaalde middenformaatcamera’s. De verhouding is iets vierkanter dan 2:3 en is geschikt voor natuurfotografie waarbij de focus ligt op onderwerpen zoals vogels, dieren en bloemen. Voor landschapsfoto’s het 4:3 kader soms net iets te gedrongen.
1:1 Beeldverhouding
De 1:1 beeldverhouding, of het vierkante formaat, werd gebruikt in analoge middenformaatcamera’s zoals de heel herkenbare twee-oogcamera’s (TLR) en in instantcamera’s (Polaroid). Het werd het laatste decennium weer enorm populair door Instagram. De vierkante beeldverhouding leent zich tot onderwerpen die centraal in beeld staan, zoals bij macrofotografie van bloemen, insecten en maanfoto’s.
16:9 Beeldverhouding
De 16:9 beeldverhouding is de verhouding van moderne breedbeeldtelevisies. Ze biedt een breed horizontaal kader dat ideaal is om dramatische panorama’s en landschappen vast te leggen. Het werd lange tijd bijna alleen gebruikt voor horizontale foto’s. Maar omdat smartphoneschermen vandaag een 16:9 beeldverhouding met verticale oriëntatie hebben, kun je 16:9 ook gebruiken om schermvullende foto’s met je smartphone te maken.
5:4 Beeldverhouding
De 5:4 beeldverhouding is een erfstuk uit de tijd van de oeroude grootformaatcamera’s, waar een gevoelige plaat van 10 op 8 inch werd belicht. Ook dit formaat kreeg een tweede leven dankzij Instagram: een foto met deze beeldverhouding (met de langste zijde verticaal) wordt maximaal groot getoond in de Instagram-feed.
De 5:4 beeldverhouding is nog iets meer vierkant dan 4:3. Ze kan handig zijn om verticale elementen, zoals bomen of watervallen, goed tot hun recht te laten komen.
In het cameramenu kies je zelf de gewenste beeldverhouding. Bij Nikon zijn FX en DX allebei 3:2 beeldverhoudingen.
Er is niet zoiets als de juiste beeldverhouding. Welke je gebruikt, is een creatieve keuze. Overweeg het volgende bij het selecteren van de juiste beeldverhouding:
- Wat is het belangrijkste onderwerp van je foto?
- Wil je de omgeving mee benadrukken?
- Welke emotie wil je overbrengen?