Scherpte
Als we het in de fotografie over scherpte hebben dan bedoelen we meestal het scherptepunt (de plaats waar we exact op scherp hebben gesteld) en de scherptediepte (de scherpte vóór en achter dit scherptepunt). Dit laatste is afhankelijk van het gekozen diafragma. In dit artikel kijken we vooral hoe we deze volledige scherptediepte kunnen vermijden en wat het effect dan is.

Onscherpte
Onscherpte heeft ontelbare verschijningsvormen. Maak bijvoorbeeld eens een foto met een 70-200mm lens van een boom op 25 meter afstand met een grote diafragma-opening en kijk hoe de voorgrond eruit ziet dicht bij je camera, halverwege de boom en de camera en 5 meter achter de boom. Het effect is overal anders; dichtbij zal de onscherpte zo groot zijn dat je amper een vorm kunt herkennen en achter de boom is de onscherpte zodanig dat je nog wél kunt zien wat het is. Stel je scherp op een boom die op slechts 5 meter afstand staat dan is de onscherpte overal weer anders en is de achtergrond juist veel minder herkenbaar. Gebruik je een groothoeklens dan zullen de verschillen in onscherpte minder zijn.

De mate van onscherpte en de vorm waarin het zichtbaar zal zijn, is dus afhankelijk van de afstand tot het scherpstelpunt, de gebruikte lens en het gekozen diafragma. Probeer proefondervindelijk vast te stellen wat het beste effect geeft voor de foto die je in gedachten hebt.
Toepassingen
Wanneer is weinig scherptediepte wenselijk of bruikbaar? Allereerst om orde te brengen in de chaos die de natuur soms kan zijn. Vooral bij macrofotografie kan het handig zijn om een drukke achtergrond onscherp(er) te laten worden zodat het hoofdonderwerp goed ‘los’ komt uit zijn omgeving. Hoe verder je hoofdonderwerp van die achtergrond verwijderd is hoe duidelijker dit zichtbaar is. Het is overigens niet altijd nodig of zelfs wenselijk een achtergrond zo onscherp te krijgen dat je niet meer ziet wat het is.

Afwijkend scherpstelpunt
In principe hebben de meeste onderwerpen hun ‘ideale’ scherpstelpunt. Zo is bij veel dieren het oog de beste plaats om te focussen en bij een bloem het hart van de bloem. Maar juist door een ander punt te kiezen waarop je scherpstelt kan er een verrassend ander beeld ontstaan van je hoofdonderwerp. Denk daarbij aan de gekleurde tip van een libelvleugel of het voorste randje van een paddestoel. Het is de kunst om de rest van het onderwerp vaag zichtbaar te laten zijn zodat het detail als het ware ondersteund en versterkt wordt. Als de achtergrond niet te druk is gaat alle focus naar het detail waarop is gefocust en de onscherpe vorm van het hoofdonderwerp.

Het kiezen van een afwijkend scherpstelpunt is overigens zeker niet alleen mogelijk bij macrofotografie. Ook in landschapsfotografie kun je een verrassend beeld creëren door op een plaats scherp te stellen die niet voor de hand ligt. Dit is een mooie manier om een intiem landschap te maken waarbij de kijker niet direct naar de achtergrond gaat, maar juist gefocust wordt op een punt dichter bij de camera. Deze techniek werkt overigens alleen als de scherptediepte beperkt is en alleen rond het scherpstelpunt aanwezig is.

2 reacties
Spelen met scherpte en onscherpte is wat fotografie zo leuk maakt en vaak ook heel verrassend. Daardoor raak je eigenlijk nooit uitgekeken.
Goed verhaal, mooie foto’s. Grootte van de sensor speelt ook een rol in de mate van onscherpte. Een maximaal effect bereik je met full frame