Het idee achter de foto
Op reis in Griekenland ben ik op zoek gegaan naar de Syrische knoflookpad, de Oost-Europese tegenhanger van onze eigen knoflookpad. Na ze gevonden te hebben heb ik foto’s gemaakt. Meestal begin ik met 2 flitsers die ik aan weerszijden van de camera op beugels heb gemonteerd. Dat voorkomt lelijke slagschaduwen. Hier had ik me voorgenomen het beeld wat spannender te maken door met tegenlicht te werken. Daarvoor heb ik een draadloze flitser links achter de pad gezet en heb ik de voorste flitsers in kracht teruggezet. Verder heb ik een zo laag mogelijk standpunt ingenomen om op ooghoogte met de pad te komen en iets van diepte in het beeld te brengen door een voorgrond in het beeld te betrekken.
De meeste avonden was het helder. Daardoor greep ik de mogelijkheid aan om een idee waar ik al langer mee rond liep te gaan uitwerken. Ik zou graag de pad in zijn omgeving fotograferen. Overdag doe je dat met een groothoeklens, maar hoe doe je dat ‘s nachts? Vanzelfsprekend moest de sterrenhemel daarbij in beeld komen. Dat zou een hele uitdaging vormen. Je wilt namelijk de pad én sterren scherp in beeld en beide goed belichten met verschillende belichtingstijden.
Twee foto’s in één
Wat ik in m’n hoofd had zijn eigenlijk twee verschillende foto’s in één beeld. Het gemakkelijkst zou dan ook zijn om twee aparte foto’s te maken en die op de computer samen te voegen. Dat wilde ik echter niet. Het moest één echte foto worden.
De pad moest voldoende groot in beeld komen, terwijl er genoeg van het landschap in beeld te zien zou zijn. Daarom koos ik voor mijn 20mm lens die dichtbij kan scherpstellen. Maar die scherpstelling vormde meteen de eerste uitdaging. Als je dichtbij scherp stelt op de pad zouden de sterren nooit scherp worden. Overdag zou je dan je diafragma dicht draaien, naar f/16 of f/22, voor maximale scherptediepte. Dat was nu geen optie, want dan zou de lucht zwart worden zonder sterren. De oplossing was twee scherpstelpunten met een open diafragma in één foto. Het middendeel van de foto is dan onscherp, maar dat zie je niet zolang dat niet wordt belicht.
Belichting
Het tweede dilemma was de belichting. Voor de pad en de sterren zijn twee totaal verschillende belichtingen nodig. De pad moet kort worden belicht om beweging te vermijden (ook al zit hij stil, de keel beweegt altijd) en de lucht moet juist lang belicht worden om de sterren te zien. Om dit op te lossen heb ik een sluitertijd van 25 seconden gekozen waarbinnen ik met een losse lamp de pad belichtte. Ik koos voor een losse videolamp, waarmee ik met licht kon schilderen. Dat vond ik subtieler dan flitslicht.
De uitvoering werd dus als volgt. De camera was ingesteld op 25 seconden. Ik heb op de pad scherpgesteld, gebruik makend van een zwak lampje. Na het indrukken van de ontspanknop heb ik de pad kort belicht met de videolamp. Meteen daarna heb ik, in het donker, het scherpstelpunt van de lens verdraaid naar oneindig. Zo bleef de sluiter open voor de resterende 20 seconden van de sluitertijd om de sterren te belichten.
2 reacties
Dag Roel, Als je voorzichtig aan de ring draait valt de trilling wel mee. Maar eigenlijk maakt het in dit geval niet uit. Op het moment dat ik aan de ring draai is het donker, dus de camera kan trillen wat hij wil, je ziet het toch niet ;-). Groet, Paul
“het scherpstelpunt van de lens verdraaid naar oneindig”.
Hoe is je dat gelukt zonder trilling te veroorzaken aan je camera?
Geweldig resultaat trouwens!