Achtergrond
Ik ben dol op de Nederlandse kust, ik ben er niet weg te slaan!
De duinen in de zeereep zijn een extreem leefgebied, in de zomer overdag gloeiendheet en in de winter ijskoud, met soms een temperatuurverschil tussen dag en nacht van meer dan 40 graden! Het waait ook bijna altijd. Als je overdag door de duinen struint, lijkt het onwaarschijnlijk dat hier veel dieren kunnen leven. Maar overal zijn aanwijzingen te vinden van het leven dat zich hier s ’nachts afspeelt. Naast alle sporen van vogels, kleine zoogdieren en insecten liggen er ook hier en daar nogal grote vleugeldekschilden van kevers. Mooi zwart-wit gemarmerd en verspreid over de stuifduinen. Vooral midden in de zomer liggen ze overal.

Na wat onderzoek op het internet en in veldgidsen bleek het om de julikever te gaan. Volgens Wikipedia heeft: ‘de julikever een voorkeur voor zandachtig naaldbossen en eet dennennaalden. Vliegt van de schemering tot middernacht, zit overdag stil’. Alleen in de duinen van Goeree waar ik het vaakst julikevers tegenkom staat helemaal geen naaldbos. In Nederland is het vooral een duinsoort, van de helmduinen in de buitenste zeereep.

In de grote woestijngebieden op aarde komen de dieren pas naar buiten als het donker wordt. Zo ook de Julikever. Een neefje van de bekendere Meikever. Beiden hebben ze hun namen te danken aan het moment van uitvliegen. De Meikever in Mei en de Julikever in, je raad het al, Juli. De eerste 4 jaar van hun leven brengen ze onder de grond door tussen de wortels van helmgras. Als ze volwassen zijn en uit de grond komen leven ze maar kort, vaak maar enkele weken. Voor mij zijn de julikevers voor de duinen wat het vliegend hert is voor de Veluwe.

Uitvoering
Het lastige aan het fotograferen van julikevers is dat ze vooral in de schemering en ’s nachts actief zijn. De actie begint pas als de zon bijna onder is! Voor de fotograaf betekent dat dus lekker laat opblijven en dit is mooi voor de natuurfotograaf die doorgaans te vroeg zijn bed uit moet…

Op zwoele zomeravonden in Juli maken de kevers een soort bruidsvlucht, ze zoeken elkaar op om te paren. Elke jaar heb je dus een aantal weken de tijd om ze in actie te zien. Het heeft me heel wat avondjes gekost om tot beelden te komen die meer zijn dan alleen leuke close-ups. Op een avond met volle maan, kon ik de dieren met de maan op de achtergrond fotograferen. Op een andere avond kon ik laten zien waar de dieren leven. Met behulp van twee flitsers en een lichtsterke groothoeklens.

Apparatuur
Voor insecten is uiteraard een macrolens het meest geschikt, al dan niet met tussenringen, flits en voorzetlensjes. Een andere benadering en een waar ik persoonlijk steeds meer mee bezig ben is het werken met een groothoeklens die dichtbij scherp kan stellen, een fisheye lens of een lichtsterke groothoeklens, zoals bijvoorbeeld een 20 of 28mm 1.8 lens. Met de lichtsterke groothoeklenzen krijg je het beste van beide werelden. En mooie onscherpte in de achtergrond en een beetje dat groothoekgevoel met veel omgeving (habitat of leefgebied). Juist door gebruik te maken van verschillende technieken krijg je meer afwisseling in je beelden en kom je tot betere series.
Tip: de Julikevers zijn langzaam, nogal groot en vaak op de grond te vinden zijn en daarom is een statief niet altijd noodzakelijk. Niks stabieler dan je camera plat op de grond leggen!