Even m’n tuintje voorstellen
De tuin zelf is eigenlijk niets meer dan de berm van het treinspoor erachter. Een kleine 40 m² en steil omhoog dus. Toen ik het huis kocht stonden er 2 grote acacia’s en deze bomen gaven schaduw over heel de tuin en het terras. De onderbegroeiing bestond uit Amerikaanse vogelkers en vooral heel veel klimop en haagwinde. Beperkte natuurwaarde dus… Van die grote acacia’s zijn nu enkel nog de grote stronken te zien… die heb ik laten staan en zijn ideaal voor allerlei insecten zoals kevers, bijen, wespen en hommels. Achteraan staat een laurierhaag, overwoekerd door klimop en een Chinese bruidssluier die van een tiental buren verder komt aangekropen. Niet zo erg, want dit blijkt een ideale broedplek voor zangvogels zoals merel, heggenmus, roodborst en zelfs zwartkop en zwarte roodstaart. En de witte bloemetjes ervan zijn zeer in trek bij allerlei insecten als zweefvliegen en bijen. Zelf heb ik een vijvertje aangelegd voor de muggen, schaatsenrijders, bootsmannetjes, salamanders en uiteraard juffers en libellen. Rechts achteraan laat ik het verwilderen en staan brandnetels en ossentongen. De rest plant ik aan met planten die ik mooi en nuttig vind. Uiteraard met een voorkeur voor inheemse planten. En zo divers mogelijk… zo leer ik bij welke planten een voorkeur hebben bij welke insecten. Zo blijft de tuin ‘in beweging’… en ik ook trouwens.
Vuurjuffers fotograferen in de tuin
Het plan om in de zomer naar het oosten van Turkije te reizen om de oostelijke libellensoorten van Europa te gaan zoeken en fotograferen, hebben we ergens in maart al opgeborgen. Tijdens die eerste lockdown in het voorjaar ontdekte ik zodoende de tuinfotografie. Gelukkig waren daar al snel de eerste vuurjuffers in m’n kleine vijvertje. Ik fotografeer uitsluipende juffers en het lukt me zelfs om eindelijk eens het hele proces van larve tot imago bij deze soort vast te leggen. Ik zie ze paren en eitjes afzetten. En op een gegeven moment zie ik zelfs een koppeltje volledig onder water verdwijnen. Als tandem kruipen ze langs een stengel gemakkelijk 20 centimeter onder het wateroppervlak. Weer iets bijgeleerd, want ik wist niet dat deze soort dat ook deed. Natuurbeleving en natuurontdekkingen in eigen tuin, en een glas witte wijn bij de hand! Hoe mooi kan het zijn…
Ontdekkingsreiziger in de tuin
Nu ik meerdere uren in de tuin besteed, valt me nog iets op. Hoeveel soorten bijen vliegen hier eigenlijk rond? Ik zie veel honingbijen en Franse veldwespen, maar ik zie ook nog zovele anderen. Na deze te fotograferen en het nodige opzoekwerk kan ik er namen op plakken: tuinhommel, aardhommel, grote bladsnijder, de kleinere tronkenbij en de tuinmaskerbij… om er slechts een aantal op te noemen. Ik heb ze nog niet allemaal kunnen fotograferen, dus er zijn er nog veel te determineren. Die soortenrijkdom was me voorheen nooit opgevallen. Op het terras heb ik wel een bijenhotel gemaakt, maar daar zie ik voornamelijk die tronkenbijen gebruik van maken. De andere soorten vinden ongetwijfeld een thuis elders in de tuin. Hoekjes, kantjes en spleten genoeg…
Biodiversiteit op 40m²
En het stopt niet… ik zie allerlei kevers, mieren en spinnen tussen de planten lopen en daarboven vliegen allerlei soorten vliegen, zweefvliegen en dansmuggen. Overdag zie ik vlinders en muizen, bij het vallen van de avond de nachtvlinders en vleermuizen. Ik probeer ze allemaal te fotograferen en op naam te brengen en ben overdonderd door de ongelooflijke biodiversiteit op 40m². Om de zoveel dagen zie ik weer iets dat ik daarvoor nog niet had gezien. Laatst zaten we een glas wijn te drinken op het terras toen er een glasvleugelspinnendoder met gedode spin tussen onze benen door wandelde… Fantastisch toch! Trouwens, ter informatie… wij hebben sinds de Corona-lockdown geen drankprobleem gekweekt hoor. Enkel als de wijn op is, hebben we een probleem…
Grootste natuurreservaat van de lage landen
Wat zou het toch mooi zijn als iedereen z’n klein tuintje, grote tuin of toch minstens een deel van die veel te grote tuin zou ‘teruggeven’ aan de natuur… En ja hoor, je honden mogen er rondlopen. En ja, je kinderen mogen er voetballen en ravotten. Maar wil dat zeggen dat elke vierkante meter gras moet zijn? En dat je enkel Rododendron aan de zijkanten kan aanplanten? Ik hoor soms mensen klagen dat ze binnenshuis last hebben van mieren, spinnen of vliegen. Tja, als je huis voor die beesten aantrekkelijker is dan je tuin, dan zegt dat wel iets over je tuin nietwaar? Stel dat iedereen minstens 20% van z’n tuin aan de natuur zou laten, op welke manier dan ook, dan zorgen we op die manier allemaal samen voor het grootste natuurreservaat van België en Nederland. Geen onterecht geklaag meer over het slechte beheer van onze overheidsdiensten in onze natuurreservaten. Begin bij jezelf, begin in je achtertuin, en word zelf natuurbeheerder… Klaag niet en plant een plant, laat bloemen het gras overnemen, geef onkruid een naam en geniet van het gezoem en gefladder.
6 reacties
Knap verhaal, Filip. Je maakt niet alleen prachtige foto’s; het is ook fijn je boeiende verhalen met inhoud te volgen. Schitterend!
Leuk Filip!
Toevallig, los van corona want dat moest toen nog komen, had ik voor dit jaar (minstens, want ik weet al dat het niet in een jaar lukt) gepland de biodiversiteit van mijn stukje wereld te kieken, wellicht ook als contrast t.o.v. het aangrenzend boerenland (Hoe ziet boeren op de maan eruit? Nou, zo dus). Weliswaar iets groter dan een Antwerps spoortalud (2000m²) maar ondertussen gevorderd tot 386 soorten en nog dagelijks groeiend. En dan ben ik nog niet eens in de weer geweest met nachtvlinderlakens en wat dies meer aan trucs zij.
Toch zou het mij niet verbazen als jij in je stadspostzegel nog meer scoort want stadsnatuur is tegenwoordig diverser dan platteland in NL.
Leuk en interessant artikel Filip. Ook de gedachte van al die kleine stukjes tuin die een soort van groot natuurgebied kunnen vormen. Die gedachte heb ik al langer, maar dan geen tuintjes maar wegbermen. Als die nou eens op een betere manier beheerd worden, dan heb je er een enorm groot natuurgebied bij.
Hey Adri,
helemaal mee eens hoor. En niet alleen wegbermen, maar bijvoorbeeld ook op stadspleintjes enz. kan er nog veel natuur ‘gewonnen’ worden. Maar in die laatste alinea wil ik vooral oproepen om er in de eerste plaats zelf aan mee te werken. Een oproep aan iedereen om eens wat inheemse planten (in de volksmond onkruid) te laten staan. Mensen klagen soms dat er in natuurreservaat bomen worden gekapt, maar leggen zelf kunststoffen grasmatten in hun tuin…