Menu

Onderdeel van Pixfactory

Video: codecs en compressie

Steeds meer fotografen willen ook met video aan de slag. Video werkt anders dan fotograferen. Daarom leggen we in deze reeks de basisbegrippen van video uit. Deel twee gaat over codecs en compressie.
Fotograaf: Jakob Owens / Unsplash

In het eerste artikel uit deze reeks hadden we het over resolutie en framerate. Die twee samen bepalen hoeveel pixels je camera per seconde moet registreren. Bijvoorbeeld 3840×2160 (4K UHD resolutie) aan 30 fps geeft 248.832.000 pixels of ongeveer 248,8 megapixels per seconde. Film je in 8K UHD aan 60 fps, dan wordt dat maar liefst 1.990.656.000 of 1.990 megapixels per seconde.

Als je camera de volledige beeldinformatie voor elke pixel onbewerkt zou bewaren, zou zelfs de grootste geheugenkaart onmiddellijk vollopen. Om videobestanden enigszins behapbaar te maken, worden ze daarom gecomprimeerd. Hierbij wordt de bestandsgrootte aanzienlijk verminderd door sommige gegevens permanent te verwijderen. Door die compressie gaat er wel enige beeldkwaliteit verloren.

De mate van kwaliteitsverlies kan worden beheerst door het aanpassen van de compressie-instellingen. Over het algemeen gesproken geeft een hoge compressie geeft een kleiner videobestand, maar ten koste van de kwaliteit. Maar de technologie staat niet snel, een nieuwere compressiemethodes worden steeds efficiënter: ze geven een betere balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit.

Compressie en codec

Voor het comprimeren heb je een codec nodig (het woord is een samentrekking van coderen – decoderen). Codecs bepalen hoe video’s worden gecomprimeerd en opgeslagen, en hoe ze worden gedecodeerd en afgespeeld. Er bestaan dozijnen codecs voor video. In recente camera’s zal je vaak H.264 (AVC) aantreffen, het nieuwere en efficiëntere H.265 (HEVC) of het professionele ProRes. Sommige camerafabrikanten gebruiken eigen namen voor de gebruikte codecs, zoals Sony met XAVC S (voor H.264) en XAVC HS (voor H.265).

H.264 (AVC) is een veelgebruikte codec die uitstekende compressieverhoudingen biedt zonder al te veel kwaliteitsverlies. Het wordt vaak gebruikt voor streaming, videocompressie en Blu-ray discs.

H.265/HEVC is de opvolger van H.264, en biedt een nog betere compressie-efficiëntie, wat resulteert in kleinere bestanden bij dezelfde kwaliteit. Het wordt steeds vaker gebruikt voor 4K- en 8K-video’s.

High-end camera’s laten je soms toe om in ‘RAW’ formaat te filmen. Ook daarbij wordt compressie toegepast, maar het gaat om ‘lossless’ compressie, waarbij de beeldkwaliteit niet zichtbaar verslechtert.

Dit cameramenu toont verschillende soorten compressie: N-Raw (Nikons eigen raw-codec); ProRes RAW; ProRes 422; en H.265.
Dit cameramenu toont verschillende soorten compressie: N-Raw (Nikons eigen raw-codec); ProRes RAW; ProRes 422; en H.265. Fotograaf: Erik Derycke

Kies je instellingen

Op sommige camera’s kan je zelf ook een compressiemethode kiezen. Die bepaalt hoe de gebruikte codec wordt toegepast. Bij ALL-I (ook Intraframe) genoemd) wordt elk frame apart gecomprimeerd. Stel je de video voor als een reeks afzonderlijke foto’s, die elk apart gecomprimeerd worden. Deze compressiemethode levert de beste kwaliteit, maar grotere bestanden.

Bij IPB (ook GOP genoemd) worden groepjes frames tegelijk gecomprimeerd. IPB levert kleinere bestanden op, maar de kwaliteit is lager dan All-I, met name als er veel beweging in het beeld is.

Op sommige camera’s kan je zelf ook een compressiemethode kiezen, zoals All-I of IPB.
Op sommige camera’s kan je zelf ook een compressiemethode kiezen, zoals All-I of IPB. Fotograaf: Erik Derycke

Videocontainers

Digitale video wordt bewaard in een container. Dat is een een bestandsindeling die verschillende soorten data en media combineert, zoals het video- en audiospoor, maar ook ondertitels, metadata en andere elementen. Een videocontainer bevat dus niet alleen de gecomprimeerde video- en audiogegevens (die worden gecodeerd met behulp van codecs), maar ook informatie over de manier waarop de verschillende elementen moeten worden  gesynchroniseerd.

Elk videobestand heeft een specifieke containerindeling, die te herkennen is met een bestandsextensie zoals .mp4, .mkv, .avi, .mov, .wmv, enzovoort. Elke container kan verschillende codecs gebruiken om video en audio op te slaan, waardoor dezelfde containerindeling uiteenlopende niveaus van compressie, kwaliteit en compatibiliteit kan bieden.

Voorbeelden van videocontainers zijn AVI, MP4 en MOV. AVI (Audio Video Interleave) is een oude en nog steeds gebruikte containerindeling, maar heeft beperktere mogelijkheden voor compressie dan moderne containers. MP4 wordt veel gebruikt voor webstreaming, online video’s en mobiele apparaten. Het ondersteunt meerdere codecs, zoals H.264, H.265, en AAC.

MOV werd oorspronkelijk ontwikkeld door Apple, en is vandaag in de professionele videoproductie-industrie goed ingeburgerd. MOV ondersteunt “lossless” compressie, waardoor videoproducties waarbij de hoogste beeldkwaliteit vereist is kunnen worden opgeslagen zonder kwaliteitsverlies.

Als je een Mac gebruikt voor videobewerking, is MOV de beste optie. Voor Windows- of Linux is MP4 een betere optie omdat het wordt ondersteund door verschillende videobewerkingssoftware.

In deel 3 hebben we het over kleur.

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: