Een tilt-shiftlens kan twee zaken die een gewoon objectief niet kan. Midden in een tilt-shiftlens zit een mechanisme waarmee het objectief kan kantelen (tilt) of verschuiven (shift) ten opzichte van de sensor. Door dat te doen krijg je bijzondere optische effecten.
De shift-functie
Bij de shift-functie verschuif je het objectief horizontaal of verticaal ten opzichte van de beeldsensor. Dat is mogelijk doordat de beeldcirkel van een tilt-shiftlens veel groter is dan van een gewoon objectief. Bij een gewoon objectief past de sensor net binnen de beeldcirkel; als je zo’n objectief zou verschuiven, wordt een gedeelte van de sensor niet meer belicht. Bij een tilt-shiftobjectief is de beeldcirkel zo groot dat die de sensor blijft afdekken, ook als je het objectief verschuift.
De voornaamste toepassing van deze shift-functie is ervoor zorgen dat verticale lijnen in werkelijkheid ook verticaal blijven lopen op de foto. Als je bijvoorbeeld bomen in een bos fotografeert, en je houdt je camera schuin zodat de hele boom op de foto past, zullen de verticale lijnen van de stammen naar elkaar toe lopen. Het lijkt dan alsof de bomen achterover hellen. Met een tilt-shiftobjectief kun je de camera zo houden dat de sensor parallel met de bomen blijft staan. Je verschuift dan het objectief naar boven tot de bomen volledig op de foto staan Doordat de sensor en de bomen parallel blijven, staan alle bomen mooi recht op de foto.
Of de bomen in de praktijk ook echt helemaal op de foto passen, hangt ook af van de hoogte, de afstand en de brandpuntsafstand van het objectief. Als je met een 24mm tilt-shiftlens aan de voet van een reuzensequoia staat, zal de lens niet voldoende kunnen ‘shiften’.
Ook voor pano’s
Een tweede toepassing van de shift-functie is panoramafotografie. Met een normale lens moet je je camera ronddraaien om meerdere foto’s te maken. Daardoor kunnen storende vervormingen optreden. Met een tilt-shiftlens kun je een panorama maken terwijl de camera op dezelfde positie blijft staan. Je maakt dan drie opnames: een met de lens naar links verschoven, een met de lens in neutrale positie en een met de lens naar rechts verschoven. Voor een verticaal panorama verschuif je de lens naar boven en onder.
De tilt-functie
Een til-shiftlens kun je ook kantelen (tilt) ten opzichte van de sensor. Het gevolg daarvan is dat het scherptevlak in de foto niet langer evenwijdig met de sensor loopt, maar diagonaal. Dat maakt heel bijzonder optische effecten mogelijk waarbij je zelf bepaalt hoe het scherptegebied verloopt. Zo kan je bijvoorbeeld een rij bomen langs een kanaal scherp afbeelden terwijl de rest van het landschap onscherp is afgebeeld. Ook het typische ‘miniatuureffect’, waarbij het lijkt alsof je een miniatuurwereld van bovenaf fotografeert, komt zo tot stand.
Tilt-shift met een adapter
We vermeldden al dat de beeldcirkel van een tiltshiftlens groter moet zijn dan van een gewoon objectief. Dat maakt tilt-shift lenzen groot en zwaar. Zoals we in een vorig artikel al aanhaalden, bestaan er ook tilt-shiftadapters. Die werkt alleen met objectieven die een (veel) grotere beeldcirkel hebben dan nodig is voor de sensor; dus bijvoorbeeld middenformaatobjectieven op een full-framesysteemcamera of full-frameobjectieven op een systeemcamera met APS-C sensor.
Eén reactie
Voor panorama’s is het nog beter om met een speciale beugel (voor de Nikon PC-E’s bijv. de Agnos Jumbo bracket) de lens op statief vast te zetten en de camera t.o.v. de lens te verschuiven. Zo heb je geen enkel parallax effect meer en kun je met de 45 of 85mm zelfs macrofoto’s in panoramaformaat maken.