Bij het fotograferen met een groothoeklens denk je misschien in eerste instantie aan een compositie van een weids vergezicht en dan natuurlijk het liefst in een indrukwekkend landschap. Uitgestrekte bergketens kun je met dit soort lenzen makkelijk in beeld krijgen, als je een juist uitzicht- en standpunt hebt ingenomen.
Minstens zo uitdagend is het, om juist voor een andere benadering te gaan en je onderwerp op een kleinere schaal te gaan zoeken. Door de korte brandpuntsafstand van de lens kun je dicht op je onderwerp kruipen en bijkomend effect is, dat je hierdoor kunt gaan spelen met de schaal van je beeldelementen.
Een groothoeklens heeft de eigenschap om de voorgrond visueel uit elkaar te trekken, terwijl dit effect op de elementen achterin niet of toch veel minder aanwezig is.
Je kunt je voorgrond dus als het ware opblazen ten opzichte van je achtergrond. Je hebt dan uiteraard nog steeds de weidse blik, maar je kunt de aandacht specifiek op je onderwerp in de voorgrond gaan leggen. Het landschap of de achtergrond gaat dan meer dienen als een decor voor de voorgrond.
Hieronder zie je een voorbeeld van bovenstaande. De foto is gemaakt na zonsondergang aan de Nederlandse kust tussen de buien door. Door een heel laag standpunt in te nemen, worden de structuren in de voorgrond uitvergroot en onderin het beeld visueel uit elkaar getrokken. Zo vormen ze de inleidende lijnen naar het scheermesje toe.
Een bijkomende eigenschap van een groothoeklens is, dat je er snel veel scherptediepte mee kunt bereiken in je beeld. Iets waar je over het algemeen ook voor wilt zorgen in je landschapsfoto’s. Dit is wel een aspect om op te letten, wanneer je heel dicht op een onderwerp in de voorgrond gaat zitten. Kom je dichter op de minimale scherpstelafstand van de lens te zitten dan kun je in de achtergrond namelijk scherpte gaan verliezen. Toch hoeft dit niet altijd nadelig te zijn.
Dus ondanks dat er hier voor een diafragma van f/14 is gekozen, zie je dat het beeld in de achtergrond scherpte verliest. Maar in dit geval helpt het om de aandacht bij de schelp in de voorgrond te houden en wat meer rust in het beeld te brengen. Was de achtergrond ook scherp geweest, dan zou dit meer gaan concurreren met de schelp op de voorgrond.
Dit was zo’n beetje het laatste licht van de dag, waarmee nog enigszins gefotografeerd kon worden. Voor de belichting van het beeld is er een sluitertijd gehanteerd van 150 sec. Dit haalt ook de turbulentie uit het water tussen de zandribben en smeert de wolken mooi uit.