Dit fenomeen vindt voornamelijk tussen half oktober en eind maart plaats, waarbij in maart meestal de grootste zwermen te zien zijn. Tegen de schemering komen spreeuwen uit alle windstreken aangevlogen op een kennelijk afgesproken plek, waar ze gezamenlijk de nacht door brengen. Spreeuwen slapen het liefst in redelijk hoge, dichte, wintergroene struiken. Niet zelden midden in grote steden. Rome staat bijvoorbeeld bekend om zijn enorme concentraties spreeuwen. Groepen spreeuwen slapen soms ook in uitgestrekte rietvelden. Als een zwerm spreeuwen eenmaal een vaste slaapplek heeft, kan het schouwspel zich gedurende vele weken voltrekken. Er is geen enkele garantie dat het jaar erop dezelfde slaapplaats wordt gekozen, sterker nog: de praktijk wijst uit dat de kans klein is dat exact dezelfde locatie wordt gekozen.
Ontstaan van spreeuwenwolken
Het mooiste aan de spreeuwenzwermen zijn de sterk wisselende formaties en het samenballen en uitzwermen van een wolk spreeuwen. Dit ontstaat door de aanwezigheid van roofvogels, zoals sperwers en slechtvalken, die vlak voor de nacht valt nog even willen snacken. Soms zijn er wel vijf roofvogels rond zo’n spreeuwenzwerm actief en kunnen er enorme wervelingen en samenballingen zijn. Zo’n spreeuwenzwerm functioneert op een zelfde manier als scholen vissen die onder water samenballen tot één organisme. Het doel is om de predator te desoriënteren en geen kans te bieden een prooi te slaan. Bij afwezigheid van roofvogels is het een tamme bedoening en zul je geen sterk wisselende vormen zien. Het loont daarom de moeite om, in de periode dat de spreeuwenzwerm aanwezig is, meerdere keren terug te komen om te fotograferen.
Fotografische uitdagingen
Het ideale objectief is een lichtsterke telezoom, bijvoorbeeld een 70-200 of 70-300mm objectief. Meer telebereik heb je niet nodig voor de grote zwermen, eerder minder. Groothoekobjectieven zijn geschikt wanneer je ook de relatie tot de omgeving wilt vastleggen. Omdat je spreeuwenzwermen tegen de lucht fotografeert, zul je flink moeten overbelichten t.o.v. wat de camera zelf aangeeft.
De vormen van de spreeuwenwolken kunnen zo snel wisselen dat het de beste strategie is om veel ‘bursts’ te maken en thuis te kijken welke foto’s de mooiste vormen bevatten. Een klassieke valkuil is dat de buffer van je camera vol zit op het ‘moment suprême’. Een snelle geheugenkaart kan helpen, maar probeer altijd binnen de grens van je buffer te blijven zodat je geen ultieme kansen mist.
Ondanks dat de spreeuwen een flinke vaart hebben, heb je vanwege de afstand tot je onderwerp en omdat je meestal niet met supertele fotografeert, niet een heel snelle sluitertijd nodig om de groepen scherp te fotograferen. Een sluitertijd van bijvoorbeeld 1/250 sec. volstaat. Inherent aan het fenomeen is dat je tegen de schemering de grootste concentraties hebt en er veel activiteit kan zijn. Je sluitertijd en belichting moet je daarom voortdurend blijven checken.
Een meer creatieve benadering – al dan niet ingegeven door de invallende schemering – is het fotograferen met langere sluitertijden, zodat je de beweging van de groep benadrukt. De ideale sluitertijd is afhankelijk van je objectief en de snelheid waarmee de vogels vliegen. 1/15 seconde is een goed uitgangspunt, op basis daarvan kun je verder experimenteren.
12 reacties
Hoi Daan
Hier in tussen Makkum en Workum langs de IJsselmeerdijk Friesland bij het dorp Gaast is het hier elke avond raak, de lucht is er donker van en je kunt er vanaf 20 meter afstaan waar ze het riet in duiken om te gaan slapen. Zelf staa er altijd verder van af om het mooier in beeld te krijgen
Gr sam Dijkstra