Een overvloed aan licht
De zomer is volop aan de gang wat een overvloed aan ‘keiharde’ en haast een fletse lichtval geeft.
We hebben de langste dag van het jaar net gepasseerd, dus wil je in deze tijd de zonsopkomst fotograferen dan moet je echt al vroeg op pad. Voor wie daarentegen de zonsondergang fotografeert is vaak later thuis. De uren daartussen is het licht een stuk harder van samenstelling tenzij natuurlijk bewolking is voorspeld. Als je het mij vraagt is juist dat harde licht de ideale omstandigheid voor het maken van tot de verbeelding sprekende foto’s. Wanneer je een object in het directe tegenlicht plaatst zijn de fotografiemogelijkheden eindeloos. Daarom vertel ik je graag iets over silhouetten en tegenlicht.
Subtiel lichtrandje
Voor het verkrijgen van een foto met de kenmerkende lichtende randjes langs het onderwerp is flink onderbelichten een must. Afhankelijk van het omgevingslicht is onderbelichten tot -3 soms echt geen overbodige luxe. Een voorwaarde is in dit geval dat de grootste lichtbron in dezelfde lijn staat als het onderwerp wat in de zoeker verschijnt. In de nabewerking is er altijd nog de keuze om het beeld een tik donkerder te maken.
Silhouet
Voor het fotograferen van een silhouet waarin alleen de vorm van het object zichtbaar wordt is een juiste camera-instelling cruciaal. In dit geval is een subtiel randje licht rond het silhouet van de grote bonte specht te zien. In de camera is de belichting echt fors naar beneden gedraaid en is tevens gebruik gemaakt van een spotmeting. Dit laatste vind ik een uitstekend hulpmiddel om te zorgen dat de totale belichting van het beeld beter te sturen is in het gewenste resultaat.
Midden op de dag wanneer de zon op zijn hoogst staat kan je gebruik maken van het felle zonlicht door een sterk silhouet te creëren. In dit geval is gebruik gemaakt van een meer diffuse lichtbron doordat de zon door een tijdelijke wolk schijnt. Het fijne van het overschot aan licht is dat de ISO waarde flink omlaag kan waardoor minder ruis in het beeld ontstaat. Daarnaast blijft de sluitertijd ook kort genoeg voor snelle objecten en kan het diafragma verder dicht zonder dat je teveel licht in het uiteindelijke beeld verliest. Een omzetting naar zwart wit vind ik in dit geval nog net wat sprekender doordat je bij dit felle licht soms wel inlevert aan kleuren in het beeld.
Kennis van lichtval
Het mooiste aan een vaste fotoplek in je tuin of fotografie hut is dat het ervoor zorgt dat je feilloos weet wanneer en waar gewenst zonlicht verschijnt. Bij bovenstaande houtduiven schijnt het felle licht recht door de snavel heen. Deze foto is op ooghoogte gemaakt en er is er gebruik gemaakt van licht later op de middag. Ook hier geldt flink onderbelichten in de camera.
Spelen met andere elementen in combinatie met tegenlicht
Heb je eenmaal het licht gevonden dan kan je er letterlijk mee spelen. Flink onderbelichten en fotograferen tegen de richting van het licht blijft de basisregel. Een paartje tortelduiven neemt plaats op een tak terwijl de beplanting in de tuin een verse plens water uit de sproeier krijgt. Naast een “standaard” tegenlichtplaat is er met de nodige creativiteit een compleet ander plaatje uit de camera te krijgen.
Meer informatie over silhouetten en tegenlicht
Vind je het leuk meer te lezen over silhouetten en tegenlicht, lees dan ook eens deze artikelen:
2 reacties
Ik begrijp niet hoe het kan dat je het getemperde licht, dat door de snavels schijn wel zichtbaar is en ook het licht dat als strijklicht op de randen en het overige licht niet zichtbaar is. De 3 stappen onderbelichting geldt ook voor de snavels.
Ik kan hier de logica niet vinden terwijl ik weet dat het werkt; ik heb het met een brandnetel en een grasaar geprobeerd met ( voor mij) mooie resultaten.
Ik ben geen expert hoor, maar ik dacht dat het mss komt omdat de snavel meer licht doorlaat dan het lijf? ? Zou dat het kunnen zijn?
Mooi artikel, Kevin!