Ringslang

De ringslang is de algemeenste slang in Nederland. Het is de enige soort die ook buiten de natuurgebieden voorkomt, tot in de buitenwijken van steden zoals Amsterdam en Gouda. Ringslangen leven in waterrijke gebieden waar veel amfibieen aanwezig zijn, hun favoriete prooi.
Ringslang zwemmend met zijn kop boven water. Fotograaf: Jelger Herder

De ringslang is de grootste slang van Nederland en kan tot iets meer dan een meter groot worden. Het zijn donkerbruine tot zwarte slangen. Hun naam danken ze aan een opvallende lichtgele ring achter de nek. Ze zijn niet giftig maar poepen bij verstoring een sterk stinkende vloeistof uit. Ze kunnen driedimensionaal ruiken met hun gespleten tong en het orgaan van jacobson.

Ze zijn koudbloedig en dus met name actief in de warmere maanden van het jaar.

De ringslang legt als enige slang in Nederland eieren, deze worden gelegd in broeihopen of ander rottend materiaal.

Fototips

In het vroege voorjaar (maart) komen de ringslangen uit hun winterverblijven (hogere drogere plaatsen). De vegetatie is dan nog laag en de ringslangen moeten lang zonnen om warm te worden. Een ideale tijd om ze te zoeken, met name op dagen dat het nog niet te warm is maar wel zonnig.

In april piekt de paartijd en kunnen soms kluwes ringslangen worden waargenomen. Het gaat dan om meerdere mannetjes rondom 1 of 2 vrouwtjes. In Juni en Juli zetten de vrouwtjes hun eieren af en zijn ze op of rondom broeihopen te vinden. Bij dezelfde broeihopen kunnen in de nazomer juvenielen gevonden worden.

Op warme dagen jagen ringslangen vaak actief en zwemmen ze in het water. Dit biedt kansen om de ringslang zwemmend, eventueel met spiegeling, op de foto te zetten. Ringslangen zijn schuw, ze kunnen niet horen maar wel heel goed trillingen voelen. Loop dus heel rustig zodat ze niet vluchten.

Benader ringslangen met prooi niet maar probeer ze met een telelens te fotograferen. De ringslang zal zich anders bedreigd voelen en de prooi uitspugen om sneller te kunnen vluchten, zonde voor de ringslang, zonde van de prooi en zonde voor de fotograaf!

Leefomgeving

Natte gebieden met veel amfibieen en tevens drogere plaatsen voor overwintering en eiafzet. Voorbeelden zijn de stuwallen ten noorden van de grote rivieren en poldergebieden tussen Amsterdam en Hilversum. Daarnaast op vele heideterreinen.

Vindtijd

Vanaf maart tot het einde van de zomer.

Bescherming

Wettelijk beschermde soort.

Kwetsbaarheid

De ringslang staat op de rode lijst als kwetsbaar.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Ringslangen kunnen zich doodhouden wanneer ze zich ernstig bedreigd voelen. Ze krullen zich dan op, hun bek gaat open en ze kunnen zelfs een druppel bloed te voorschijn toveren. Gelijktijdig scheiden ze een stinkend goedje af waarmee ze predatoren op het verkeerde been zetten.

Geef een reactie

Deze artikelen vind je vast ook interessant: