Zeker de mannelijke kuifeend is onmiskenbaar. Mannelijke kuifeenden hebben een zwartwit verenkleed met witte flanken en een flinke kuif. De rug, hals, borst en staart zijn zwart. Vrouwtjes hebben lichtbruine flanken en zijn verder donkerder bruin. Ook de vrouwtjes hebben een kuif, al is die kuif wel een stuk korter. Vrouwtjes hebben vaak witte veren bij de snavelbasis. Beide geslachten hebben een grijsblauwe snavel met een zwarte snavelpunt en felgele ogen. In de vlucht hebben kuifeenden duidelijke witte banden op hun vleugels. De mannetjes zijn vaak iets groter dan de vrouwtjes.
Kuifeenden zwemmen vaak bij andere eenden. Zeker de mannetjes vallen in zo’n gemengde groep op. Kuifeenden zijn een stuk kleiner dan de meeste andere soorten, al kan je kuifeenden op afstand moeilijker onderscheiden van toppers. Mannelijke toppers zijn ook zwartwit, en de vrouwtjes zijn bruin. Toppers zijn echter groter, liggen ‘platter’ op het water, en missen de kuif. Mannelijke toppers hebben een lichtgrijze rug, en vrouwelijke toppers hebben verder veel lichte veren rond de snavelbasis. Soms is de kuif van de kuifeend echter slecht zichtbaar omdat deze plat tegen het achterhoofd ligt. Veel vrouwelijke kuifeenden hebben ook meer lichte veren bij de snavelbasis waardoor een correcte determinatie soms lastig is.
Kuifeenden duiken naar hun eten, dat zowel uit dierlijk als plantaardig materiaal bestaat. Ze broeden het liefst in vegetatie op eilandjes of begroeide oevers. Kuifeenden leven vaak in de buurt van mensen, maar blijven redelijk schuwe dieren die verstoringsgevoelig zijn. Een groot deel van de in Nederland broedende kuifeenden trekt ’s winters weg. Voor die kuifeenden komt een aanzienlijk groter aantal overwinteraars uit Noord- en Oost-Europa in de plaats.