Zowel qua gedrag als verblijfplaatsen zijn de watervleermuizen veelzijdig te noemen. ’s Zomers verblijven ze vrijwel uitsluitend in holtes van bomen. Daarbij gebruiken ze meerdere bomen waartussen ze regelmatig verhuizen. Alleen in Friesland zijn ook zomerkolonies bekend van de zolders van kerken.
’s Winters zoeken ze heel andere verblijfplaatsen op, namelijk ondergrondse plekken als kelders, bunkers en mergelgroeven. Hier is het vochtig en vorstvrij. In dergelijke verblijven is de watervleermuis ’s winters vaak de meest algemene soort.
Watervleermuizen kunnen net als andere vleermuizen in het bos op insecten jagen. Dat doen ze echter vooral als het weer minder gunstig is (regen, wind). Bij voorkeur jagen ze namelijk boven het water. En dan vlak boven het water. Ze jagen dan niet op insecten die boven het water vlíegen, maar die op het oppervlak liggen. De enige andere soort die dat kan is de meervleermuis.
Ze vliegen rondjes boven het water op een vaste hoogte van 15-20 cm. Daaraan zijn ze meteen van andere soorten te onderscheiden die ook wel boven het water vliegen, maar die een grillig patroon volgen. Als ze een prooi waarnemen vliegen ze er op af. Als ze er bijna zijn steken ze hun grote voeten in het water en schrapen de prooi van het water. Dan stijgen ze weer op. De prooi komt in de vlieghuid terecht en de vleermuis pakt hem daar met zijn bek uit om op te eten (in vlucht).
Om deze jachttechniek uit te kunnen voeren hebben ze dan ook wateren nodig die een relatief strak wateroppervlak hebben. Dat wil zeggen beschut, niet al te groot en met weinig drijvende planten.
8 reacties
Interessant stuk en wat een prachtige en ongelooflijk knappe foto’s. Sommige spectaculair, die dauwvleer erg aandoenlijk… Ik zie op je mooie website dat we dezelfde roots hebben (Venray) 🙂
Hoi Noortje, grappig. Klein wereldje 🙂 En bedankt voor de complimenten.