Experimenteren met beweging
Dit berkenbosje was me al eerder opgevallen en toen ik er op een grauwe herfstochtend langs reed, besloot ik er eens werk van te maken. Er hing een blauw sfeertje vanwege het weer, maar de berkenbladeren waren mooi op kleur. Mijn oog viel meteen op de combinatie van een enkele berk en een setje van drie net rechts er van. Er omheen en erachter stonden nog meer bomen waardoor een ‘gewoon’ scherpe foto niet naar mijn zin was. Ik besloot te gaan experimenteren met beweging.
Ik begon met alleen verticale beweging, maar dan raakte ik de structuur in de bladeren kwijt. Die wilde ik juist behouden. Daarom besloot ik kringetjes te gaan draaien met de camera. Afhankelijk van de sluitertijd kon ik een kringetje helemaal, voor de helft, of zelfs nog minder afmaken. In het begin waren mijn bewegingen te groots, kleine subtiele kringetjes vanuit de pols bleken het best te werken. Ik experimenteerde met diafragma en sluitertijd, maar ook met linksom en rechtsom draaien, en met inzetten van de beweging nadat de sluitertijd al half verstreken was.
De belichting stelde ik manueel in, want als je tijdens een foto gaat bewegen raakt de belichtingsmeter in de war en zullen je foto’s allemaal een andere helderheid krijgen. Je zult dan net zien dat je beste resultaten overbelicht of onderbelicht zijn.
Uiteindelijk zijn er geen twee foto’s hetzelfde. Het is zaak je resultaten geregeld op het lcd-scherm te beoordelen. Je ontdekt dan vrij snel welke sluitertijd en beweging het beste werkt. Focus je vervolgens daarop en ga door tot je helemaal tevreden bent met het resultaat. Ga dan nog even door en de kans is groot dat je favoriete beeld helemaal aan het eind wordt gemaakt. Gooi ter plekke nog geen foto’s weg, maar bekijk ze rustig thuis op een groot scherm. Je zult heel veel foto’s in korte tijd maken, maar het selecteren gaat vrij snel. De echt goede beelden springen er meestal meteen uit.
Apparatuur
Het werken met lange sluitertijden kan in beginsel met alle lenzen. Een groothoeklens brengt echter meer in beeld en elk klein detail kan afleiden van het grote geheel. Persoonlijk werk ik daarom het liefst met brandpunten tussen 100 en 400 millimeter voor dergelijke opnamen. Je kunt daarmee vrij strak kaderen en door het samengedrukte perspectief heb je meestal te maken met een rustige achtergrond en dus minder details die je foto kunnen verpesten. Deze foto’s zijn gemaakt met maar liefst 500mm. Niet bewust, maar simpelweg omdat ik op dat moment niets anders bij me had.
Het diafragma varieerde ik om verschillende sluitertijden te kunnen proberen. Alle foto’s maakte ik uit de hand, en aan de vorm van de beweging in de foto kun je zien dat het niet eenvoudig is met een zware 500mm lens uit de hand perfecte kringetjes te draaien. Nog een reden om een 70-200 of 100-400mm lens te gebruiken.
Zet de beeldstabilisatie trouwens uit, want die zal niet begrijpen wat je aan het doen bent en allerlei bewegingen proberen te compenseren.
6 reacties
Schitterend resultaat. Maar aan welke sluitertijden moet ik denken om zoiets te bewerkstelligen?
Leuke voorbeelden en goede tips. Nog één aanvulling: Vergeet niet om als je klaar bent de beeldstabilisatie weer aan te zetten (zei hij uit ervaring).
Eindeloos spelen, prachtig en met mooie resultaten :). Groet