De bever kan 30 kilo zwaar worden, met een staart van 30 cm en een lichaamslengte van een meter is het een imposant dier. Bevers worden gemiddeld tien jaar oud. Een opvallend kenmerk is zijn staart. De grote platte staart is eigenlijk een patroon in de opperhuid. Hij bestaat hoofdzakelijk uit kraakbeen en is bedekt met een soort schubben. De bever gebruikt zijn staart als zwemvlies en om andere soortgenoten te waarschuwen voor gevaar door ermee op het water te slaan.
Een bever brengt een groot deel van zijn leven onder water door. Het liefst leven ze in familieverband. Een beverstel blijft bij elkaar tot de dood hen scheidt. Ze bouwen een beverburcht (tot wel tien meter in doorsnede!) en in beken bouwen ze ook vaak beverdammen om hun leefgebied te vergroten. Beverfamilies zijn heel erg territoriaal, hun territorium wordt fel verdedigd tegen soortgenoten.

Het zien van een bever blijft moeilijk te plannen. Ze zijn in de regel tijdens de schemering actief. De aanwezigheid van bevers in een bepaald gebied is aan de knaagsporen goed te zien. De bever is echt een soort die alleen te fotograferen is als je voldoende weet over de leefwijze. Overdag naar de Biesbosch gaan en bevers fotograferen is nagenoeg onmogelijk!
Het is aan te raden om een keer mee te gaan met één van de vele beverexcursies om de sporen te leren herkennen en te weten wanneer je waar op zoek kunt gaan om bevers te zien.
Het succesverhaal van de herintroductie
In 2012 vierde de zoogdier vereniging het succes van de herintroductie door dat jaar uit te roepen tot ‘het jaar van de bever’. Bevers werden vóór de herintroductie gezien als een ontbrekende schakel in het rivierengebied. Door het oogsten van bomen en de constructie van dammen zorgen zij voor open plekken en dus variatie in het rivierbos. Op deze plekken krijgen nieuwe planten en dieren kansen om zich te vestigen. Bevers zijn de architecten van riviernatuur. Elk wilgenbosje is een potentieel beverplek! In 2016 waren er naar schatting 6000 dieren in Nederland.