Wie wel eens de bloemen van tomaten of aardappelen heeft gezien, zal de gelijkenis in vorm met de bloemen van bitterzoet opvallen. De bloemen vormen een sterretje en in het midden steken de meeldraden als een snuitje naar voren. Het zijn dan ook familieleden van elkaar en alle lid van de nachtschadefamilie. In deze plantengroep bevinden zich naast voedingsgewassen ook dodelijk giftige soorten. De inheemse soorten bitterzoet en zwarte nachtschade zijn beide giftig voor de mens.
Bitterzoet bloeit in de volle zomer, van juni tot september kom je de paars met gele bloemetjes tegen. Altijd op natte plekken, in de oevervegetatie. Daar klimt hij met zijn windende stengels door de planten omhoog en kan dan wel twee meter lang worden.
Het is een overblijvende plant die elk jaar op dezelfde plek terugkomt. Aan de voet is de plant houtig. De bloemen bloeien in ijle trossen van 10-20 bloemen. Na de bloei komen de bessen. Deze beginnen groen, maar verkleuren langzaam via geel naar rood.
De bessen van bitterzoet zijn erg giftig voor de mens. Dit in tegenstelling met vogels, die eten de bessen graag en zorgen zo voor de verspreiding. De giftige stoffen beïnvloeden ons zenuwstelsel (spraakproblemen), vandaar dat de plant bijnamen had als dolkruid of dolbessenhout. De andere plantendelen zijn minder giftig en hebben bij juist gebruik zelfs geneeskrachtige eigenschappen.