Boerenwormkruid behoort tot de asterfamilie, een groep van planten met samengestelde bloemen. Deze groep staat ook wel bekend onder de naam composieten. Boerenwormkruid is een van de forse familieleden en kan wel 1.20 meter hoog worden.
Wat ‘samengestelde bloemen’ zijn kun je pas begrijpen als je de bloeiende planten goed van dichtbij bekijkt. Wat op het eerste gezicht één bloem lijkt, is in werkelijkheid een mandje vol bloemen. Het ronde gele knoopje van boerenwormkruid bestaat uit tientallen piepkleine bloempjes, die een eigen stamper en vijf meeldraden bezitten. Dat mandje met bloemen noemen de plantkundigen een ‘hoofdje’. Het mandje bestaat uit groene blaadjes, die stevig, dakpansgewijs tegen elkaar aanliggen en zo de bloemen bij elkaar houden. De botanische term hiervoor is ‘omwindsel’. Deze bouw is heel kenmerkend voor deze plantenfamilie.
Het bijzondere van boerenwormkruid is dat de bloempjes klein en buisvormig zijn: buisbloemen. Bij veel familieleden zijn de buitenste bloemen groot en lintvormig: lintbloemen. Bekende voorbeelden zijn margriet, aster, zonnebloem of Jakobskruiskruid. De lintbloemen zorgen voor de mooie stralenkrans om het hoofdje.
Op het eerste gezicht lijken de bloemhoofdjes in schermen te staan. Dat komt omdat de gele schijfjes in één vlak liggen. Bij schermen ontspringen de steeltjes uit een punt, zoals bij een paraplu, bij boerenwormkruid is goed te zien dat dat niet zo is, geen scherm dus.