Het bont dikkopje is maar een klein vlindertje van circa 13 mm. De bovenkant van de vleugels is donkerbruin met oranjegele vlekken.
De rups wordt maximaal 23 mm; het lichaam is groen met donkergroene en witte lijnen en wordt voor de overwintering bleekgeel. Na de overwintering is het lichaam licht bruinachtig wit met roze-achtig bruine en witte lijnen op rug en flanken; de grote kop is aanvankelijk groen en wordt later lichtbruin
Bont dikkopjes leggen hun eieren op de waardplanten pijpenstrootje en hennegras. Ze leven het liefst op kruidenrijke beschutte plekken op de bosrand. Hun nectar halen ze uit bramen en koekoeksbloemen.