Boomkruiper

Een klein bruin vogeltje landt op de onderkant van een boomstam. Hij hipt spiraalsgewijs langs de boomstam omhoog en prikt met zijn lange dunne snavel in de schors. Tijdens het omhoog kruipen zingt hij zo nu en dan een kort deuntje. Als hij bovenin de boom is aangekomen vliegt hij weer naar beneden. Een paar bomen verderop landt hij weer onderin de stam en begint het verhaaltje opnieuw. Dit artikel gaat over, je raad het misschien al, de boomkruiper.
De boomkruiper, luidzingend naar boven.
De boomkruiper, luidzingend naar boven. Fotograaf: Christien van der Veen
Boomkruiper in highkey
Boomkruiper in highkey. Fotograaf: Christien van der Veen

De boomkruiper is een klein vogeltje van ongeveer 12-15 centimeter lang. Zijn veren zijn aan de onderkant roomwit. De vleugels, rug en staart hebben een schutkleurpatroon met tinten bruin en grijs, waardoor ze opgaan in de boombast. Omdat ze vrij goed gecamoufleerd zijn hoor je ze vaak eerder dan je ze ziet. Ze hebben korte pootjes en lange tenen met lange nagels voor een goede grip op boomstammen. Het staartje leunt tegen de boomstam aan als ze omhoog klimmen. Omdat ze de staart gebruiken als steuntje is deze niet altijd netjes in model en hebben ze vaak sterk gesleten punten. Ze hebben een lichte wenkbrauwstreep en een spitse snavel die omlaag gebogen is.

Met zijn lange nagels heeft de boomkruiper genoeg grip om ook op de kop aan een tak te hangen.
Met zijn lange nagels heeft de boomkruiper genoeg grip om ook op de kop aan een tak te hangen. Fotograaf: Christien van der Veen

Of je nu in het bos, een park of in je eigen tuin bent, overal waar bomen zijn kun je een boomkruiper tegenkomen. Ze hebben een voorkeur voor oudere bossen die niet al te zeer onderhouden worden. Deze bossen bieden namelijk meer voedsel en nestgelegenheid.

Aan de broedplaats zelf stelt de boomkruiper niet al te hoge eisen. Ze maken bijvoorbeeld een nest in oude nestkastjes, een boomholte, tussen klimop of achter een stukje loszittende schors. In dit nestje leggen ze 5-7 eieren die na drie weken broeden uitkomen. Eenmaal uitgevlogen worden de jongen nog tot drie weken gevoed door hun ouders. Boomkruipers hebben meestal twee legsels.

Boomkruipers hebben goede schutkleuren, tegen een boombast vallen ze soms bijna niet op!
Boomkruipers hebben goede schutkleuren, tegen een boombast vallen ze soms bijna niet op! Fotograaf: Christien van der Veen

Op het menu staan insectenlarven, vliegjes, spinnetjes en andere kleine ongewervelden. Hun gebogen snavel is perfect is aangepast om de insecten uit de boomschors te peuteren. Ook in de winter eten boomkruipers bijna alleen maar insecten. In de wintermaanden moeten ze daarom non-stop naar voedsel zoeken om koude en lange winternachten te overleven. Het gebeurt in de winter wel eens dat ze een overstapje maken op zaden, maar je zult ze niet zo snel op een voedertafel vinden.

Boomkruiper met een vers gevangen vliegje.
Boomkruiper met een vers gevangen vliegje. Fotograaf: Christien van der Veen

Naast de boomkruiper is er nog een ander vogeltje dat langs een boomstam gaat: de boomklever. Bijna dezelfde naam maar toch hebben ze duidelijke verschillen. De boomklever heeft een heel andere uiterlijk, namelijk een blauwgrijze bovenkant en roestoranje onderkant met een opvallend zwarte oogstreep. Een ander verschil is dat de boomkruiper alleen omhoog hipt tegen de stam. Een boomklever kan zowel bij een boomstam omhoog als omlaag lopen en lijkt daardoor tegen de stam gekleefd te zijn. De vogelbescherming geeft nog een ander ezelsbruggetje om ze uit elkaar te houden: BoomkrUIper is brUIn en de boomKLever heeft KLeur.

Boomkruiper met een paar rupsjes voor de jongen.
Boomkruiper met een paar rupsjes voor de jongen. Fotograaf: Christien van der Veen

Fototips

Een boomkruiper start in de boom vaak vanaf de voet van de stam. Als je een boomkruiper in een boom ziet landen weet je dat hij altijd alleen maar omhoog gaat. Hier kun je dus op inspelen met je camera en proberen om de boomkruiper op een bepaald punt op te wachten. Houdt er wel rekening mee dat ze spiraalsgewijs naar boven hippen. Hierdoor kan het zijn dat de boomkruiper net aan de achterkant van de stam zit als jij er klaar voor zit met de camera. Bovendien zijn boomkruipers vrij snel. Je kunt daarom het beste fotograferen met een snelle sluitertijd. Probeer daarnaast ook op de achtergrond te letten. Als je eerst het gedrag observeert weet je een beetje wat je kunt verwachten. Zet je camera eens op continu opnames, vooral als je de boomkruiper met zijn snaveltje in de schors ziet prikken. Wie weet heb je dan een foto gemaakt waarbij de boomkruiper een prooitje in zijn snaveltje heeft.

Als het niet meteen lukt zoals je voor ogen had, geef de moed dan niet op. Eenmaal bovenin de boom vliegen ze vaak naar een boom dicht in de buurt beginnen ze weer van onderaf. Lukt het bij de eerste boom niet, probeer het dan bij de volgende. Zo heb je meer kans om een fijne foto te maken.

Boomkruiper in zwart-wit.
Boomkruiper in zwart-wit. Fotograaf: Christien van der Veen

Leefomgeving

Bossen, parken, tuinen. Eigenlijk overal waar bomen zijn.

Vindtijd

De boomkruiper is een standvogel en daardoor het hele jaar te zien.

Bescherming

Wettelijk beschermd.

Kwetsbaarheid

Algemene soort in Nederland en België.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Zie je ergens een grote bol veren waar verschillende staartjes uit steken? Bij koude winternachten kruipen boomkruipers samen om warm te blijven. Soms met wel meer dan tien bij elkaar. Lekker cosy!

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: