Zoals de naam het al zegt, leeft de boommarter in de bossen. Hier klauteren en springen ze moeiteloos van tak naar tak. De behendigheid, spierkracht en snelheid van deze bosbewoners zorgt ervoor dat zelfs de eekhoorn ten prooi kan vallen aan deze boommarter. Hoewel de eekhoorn een lekker hapje is, eet de boommarter bijna alles wat op zijn pad komt. Dit kunnen kleine zoogdieren en vogels zijn, zoals muizen, ratten, konijnen, merels en lijsters. Maar ook insecten en vruchten staan op het menu van deze jager.
Het neefje van de boommarter is de steenmarter. Ze lijken dan ook veel op elkaar. Toch zijn er verschillende manieren waarop je deze twee van elkaar kunt onderscheiden. Ten eerste leeft een steenmarter in de buurt van de bebouwde omgeving, terwijl je de boommarter vaak alleen ziet in de bossen.
Qua uiterlijke kenmerken zijn er ook duidelijke verschillen zichtbaar. Zo heeft de boommarter een gelige bef en een steenmarter een witte bef. De oren van de boommarter zijn groter dan de steenmarter. Allebei zijn ze vrij slank en hebben ze een spitse kop. Alleen de steenmarter heeft een roze neusdopje, in tegenstelling tot de boommarter die een zwart neusdopje heeft.
De boommarter is verder nog te herkennen aan de redelijk lange achterpoten. De voorpoten zijn iets korter, waardoor dit roofdier iets gebogen loopt. De poten en de snuit van de boommarter zijn vaak iets donkerder dan de rest van de bruine vacht.
Doordat het leefgebied van de boommarter erg groot is, zijn ze het grootste deel van het jaar onzichtbaar. Richting de zomer daarentegen zit de boommarter vaak in de buurt van zijn nest. Dit is vaak een holle boomstam met meerdere gaten, zo gebruikt de boommarter soms het oude nest van een specht. Tijdens het opvoeden van de jongen is de moeder vaak in de buurt en is het leefgebied dus kleiner. De jongen ontdekken dan al spelend de buitenwereld. De kans dat je een boommarter tegenkomt is dan ook groter in deze periode van het jaar.