Menu

Onderdeel van Pixfactory

Brede stekelvaren, een oeroude plant

Varens roepen altijd een oergevoel op. Alsof je in een tijdperk leeft waar nog dinosaurussen rondlopen. De brede stekelvaren is er ook zo een. Je kunt er niet omheen. De majestueuze bundels varenbladen pronken overal in de beschutting van onze bossen. Ga er eens tussen liggen en je waant je in een andere wereld.
Tegenlicht. Zonlicht schijnt door het blad vol sporenhoopjes. Fotograaf: Ron Poot

Dat van die dino’s klopt ook wel, want varens vormen echt een oeroude plantengroep die al een half miljoen jaar geleden is ontstaan en volop aanwezig was in het Carboon tijdperk, het hoogtepunt van de dinosaurussen. Er zijn dan ook heel veel fossiele varensoorten teruggevonden.

De brede stekelvaren is een forse soort die meer dan een meter hoog kan worden. De varenbladen groeien in opvallende bundels: ze ontspringen vanuit één punt. Het blad is fijn verdeeld in deelblaadjes en die zijn op hun beurt nog eens verdeeld in kleine blaadjes. Dubbel samengesteld noemen de plantkundigen dat. Zo krijg je de karakteristieke veervorm van het varenblad.

De fijn verdeelde bladen buigen in grote bogen uiteen en zo krijg de hele varenplant een sierlijke vorm. Even terzijde: bij varens spreken we van ‘bladen’ en niet van ‘bladeren’ zoals we bij de zaadplanten doen. Onderscheid moet er zijn.

Varens sterven bovengronds af in de herfst, maar leven ondergronds gewoon door. In het voorjaar komen er nieuwe bladen, die in het begin nog zijn opgerold. Een bijzonder moment en leuk om te fotograferen is, als de bladen zich omstreeks april beginnen te ontrollen.

Varens zijn anders dan bloemplanten, want ze vormen sporen. Bloemen kennen ze niet. Bij de brede stekelvaren groeien de sporen in doosjes en die vind je bij elkaar in hoopjes onderaan het blad. Als in het voorjaar het varenblad zich ontrolt, zie die ronde hoopjes al zitten. Ze zijn afgedekt door een witachtig niervormig vliesje dat hen beschermt. Pas in de zomer zijn ze rijp en worden de sporenhoopjes donker van kleur. Ze barsten open en de sporen komen vrij.

Het ontrollend blad van een brede stekelvaren in het voorjaar. Fotograaf: Ron Poot

Brede stekelvarens zijn afgelopen decennia enorm toegenomen, vooral in bossen op arme zandgronden. Dat komt door de stikstof die dankzij de overbemesting van de landbouw in de bossen is neergedaald. De brede stekelvaren profiteert daar van, net zoals je dat ziet bij de braam. Bosbeheerders spreken wel van ‘verbraming’ van de bossen; je zou net zo goed kunnen spreken van ‘verbredestekelvaring’ maar misschien ligt dat wat minder lekker in de mond.

Fototips

  • De brede stekelvaren is een forse plant met een mooie vorm. Vaak groeien er meerdere bij elkaar. Ze kunnen daarom een rijk element zijn in een landschapsfoto. Houd daar rekening mee in je compositie.
  • In het voorjaar ontrollen de varenbladen. Dat is het eerste mooie moment om de varen te fotograferen.
  • De volgroeide bladen dragen in de zomer sporenhoopjes aan de onderkant. Deze lenen zich uitstekend voor macrofotografie door hun mooie vorm en patroon.
  • De samengestelde varenbladen zijn prachtig opgebouwd, het is het proberen waard die patronen en structuren eens mooi vast te leggen.
  • Bekijk het blad eens van onderen en maak gebruik van tegenlicht. De patronen van sporenhoopjes en nerven komen dan prachtig uit.
  • In de herfst sterven de bladen af. Voor het zover is, hebben ze soms mooie herfstkleuren hebben en geven ze kleur in het boslandschap.
Sporenhoopjes zijn interessant om er even uit te lichten. Bij tegenlicht extra fraai. Fotograaf: Ron Poot

Leefomgeving

Het meest in bossen op zandgronden, houtwallen, soms muren.

Vindtijd

April-oktober

Bescherming

Niet wettelijk beschermd.

Kwetsbaarheid

Niet kwetsbaar.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Varens kennen een generatiewisseling, dat is een afwisseling van planten met geslachtelijke en planten met ongeslachtelijke voortplanting. De bekende grote opvallende varenplant met sporendragende bladeren is ongeslachtelijk. Uit de spore groeit een miezerig flinterdun weefsel, het protonema of voorkiem. Dat is de geslachtelijke fase. Aan de onderkant van dit miezerplantje groeien piepkleine mannelijke en vrouwelijke organen en daar vindt de bevruchting plaats. Uit de bevruchte eicel groeit vervolgens weer de bekende grote varenplant.

Protonema van varen op dood hout. Macro opname van dit piepkleine plantje. Fotograaf: Ron Poot
Jonge varenplantjes groeien ’s winters uit het protonema. Fotograaf: Ron Poot

2 reacties

  1. Ron, wat een mooi artikel boordevol fijne informatie! Goede fotografie begint met kennis en gevoel voor het onderwerp. Jouw artikel is daar een mooi voorbeeld van voor de varen! Bedankt!

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

2 reacties

  1. Ron, wat een mooi artikel boordevol fijne informatie! Goede fotografie begint met kennis en gevoel voor het onderwerp. Jouw artikel is daar een mooi voorbeeld van voor de varen! Bedankt!

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: