Ooit was de brandgans een bezienswaardigheid in de polders van de waddeneilanden, een paar duizend exemplaren bij elkaar was al bijzonder. Nu kun je er tienduizenden tegelijk waarnemen op allerlei plekken in Friesland, op de waddeneilanden en in het deltagebied. Steeds vaker zie je ze ook in het binnenland. Naar schatting komen er tegenwoordig 800.000 brandganzen jaarlijks in Nederland. Het gaat goed met de brandgans in ons land.
De grote groepen spreken het meest tot de verbeelding. Hun roep, een keffend geluid, hoor je al van verre. Sensationeel hoe ze bij de ochtendschemering hun slaapplaatsen in het water verlaten en naar de omringende weilanden trekken. Daar eten ze zich vol, grazend in het sappige gras. Minder populair bij de boeren die met lede ogen zien hoe hun graslanden worden aangetast door de ganzen.
De brandgans is vooral een overwinteraar, de gewone broedplaats is in de poolgebieden. Vanuit Zweden en Nova Zembla trekken ze in de winter naar onze streken. De laatste jaren overzomeren er steeds meer brandganzen. Mede onder invloed van tamme ganzen zijn er ook een toenemend aantal broedgevallen.
