Het is een plantje dat maar een jaar oud wordt. In de winter kun je de paars aangelopen blaadjes al vinden, vanaf mei verschijnen de bloemen. Violet, lichtblauw en wit met geel zijn de kleuren die je in de bloem tegenkomt. De drie kleuren in de naam zijn wat bescheiden: meestal is de bloem kleurrijker.
Het is een echte pionier. Open zandige en zonnige plaatsen hebben zijn voorkeur. Liefst enigszins verrijkt met voedingsstoffen of mineralen (leem). Op braakliggende opengewerkte gronden kan het viooltje van het ene op het andere jaar massaal voorkomen. Vaker zie je de soort in bescheidener aantallen langs bermen, essen en spoorwegen.
Een verwante soort is het akkerviooltje, die wit tot lichtgeel van kleur is. Waar beide soorten voorkomen, kunnen ze ook bastaarderen. Dan vind je dus tussenvormen van de twee viooltjes. Verwarrend, dus wees er op verdacht.
De bloem kent vijf kleurige kroonbladen die natuurlijk het meest opvallend zijn. Achter de kroonbladen vind je de groene kelk, die bestaat uit vijf slippen. Zij beschermen de bloem als deze nog in de knop zit. Achter de kroonbladen zit een kleine spoor, een aanhangsel waar nectar in verborgen zit.
2 reacties
De verspreidingskaart klopt niet, die is vervuild met waarnemingen van Duinviooltje (V. curtisii). Voor de juiste verspreiding zie de link Wilde Planten, of kijk in de 23e druk van Heukels’ Flora van Nederland.
Deze soorten zijn makkelijk te verwisselen. Ik heb een betrouwbaarder kaartje gezocht. Dank voor je opmerking. Groet, Ron