Van de bekerzwammen is deze soort wel de grootste en meest opvallende. De doorsnee van het vruchtlichaam kan uitgroeien tot 5-10 centimeter. Je herkent er misschien niet meteen een paddenstoel in. Als je goed kijkt, zie je toch dat de oranje beker steunt op een heel kort steeltje. Aan de binnenkant van de beker zie je vaak een deukje, een navel, op de plek waar de steel is aangehecht.
De binnenzijde van de oranje beker is de plek waar deze zwam zijn sporen vormt. Deze verspreiden zich in de omgeving en zo plant de bekerzwam zich voort. De buitenzijde van de beker is ook oranje, maar verkleurt vaak bij het rijper worden en wordt dan lichter van kleur en korreliger.
De grote oranje bekerzwam is een pionier van open zand- en leembodems die recent verstoord zijn. Bijvoorbeeld door graafwerkzaamheden, afgraving of aanbrengen van grond. Hij heeft de voorkeur voor voedselrijke grond. Bossen, parken, gazons, akkers, allerlei plekken kun je hem wel tegenkomen. Het is een vrij algemeen voorkomende soort in de herfst.