Overigens is pootloze hagedis correct, het is echter niet zo dat deze hagedis door een ongelukje toevallig al zijn poten is verloren. De simpele waarheid is dat hun poten compleet nutteloos zijn geworden door hun gravende levenswijze. De hazelworm (Anguis fragilis) betekent vrij vertaald ‘breekbare slang’. Toch is hij hartstikke gezond met zijn eigen familiestamboom genaamd: hazelwormen. Op het eerste gezicht klinkt dat logischer dan pootloze hagedis, maar de wetenschap zal ze niet zomaar in de onderorde hagedissen geplaatst hebben.
Hopelijk haal ik bij jullie voor eens en altijd de onduidelijkheid weg waarom de pootloze hagedis die lijkt op een slang, geen slang is? Wat kenmerkt nou de hazelworm en zijn hagedisachtige trekjes ten opzichte van een slang? Let in het veld hierbij vooral op zijn gedrag. Het belangrijkste kenmerk: de hazelworm heeft geen opening aan de voorzijde van zijn bek, hierdoor kan hij alleen zijn tong uitsteken met zijn bek open. Slangen kunnen dit trucje echter met een gesloten bek. De hazelworm is veel stijver in zijn beweging door een minder flexibel gebouwd lichaam. Daarnaast kan de hazelworm zijn ogen sluiten door oogleden en kan hij bij gevaar zijn staart afwerpen.
Kijkend naar uiterlijk dan heeft de hazelworm een minder sterk gevorkte tong en een veel langere staart. Ook bevat de complete hagedissenfamilie rijen vol met kleine buikschubben, een slang heeft altijd maar één enkele rij met brede buikschubben.
De hazelworm heeft een typische hagedisachtige bek met daarboven waakzame, kleine geelrode tot dieprode ronde oogjes. Zijn lichaam bestaat meer dan de helft, soms zelfs twee derde uit staart. Hij is metaalglanzend gekleurd in verschillende bruintinten. Het leven van een hazelworm kan dertig jaar duren, waarbij hij een totaallengte van veertig centimeter kunnen bereiken, na zes tot acht jaar is hij uitgegroeid. Door vijanden zoals vogels, zoogdieren, maar ook de mens, ziekte en voedseltekort worden ze in het wild vaak niet ouder dan vijftien jaar. Op zijn beurt is hij weer een gevaar voor kleine insecten en ongewervelden.
De gladde regenworm en naaktslak zijn favoriet en worden goed verorberd door een speciaal gebit met schuin naar achter geplaatste tanden. De hazelworm is eierlevendbarend, in juli en augustus komen de jongen met een lengte van zeven tot tien centimeter, zo groot als een regenworm. Na twee jaar tikken ze de twintig centimeter al aan. Juvenielen zijn geelbruin, wat zilverachtig en bevatten donkere lengtestrepen. Na vier tot vijf jaar zijn ze volwassen.
4 reacties
Boeiend! Wat een prachtig diertje.
Dankjewel Paul voor je reactie! fijn om te horen, het zijn zeer boeiende beesten 😉
Groeten Danny
Boeiend!
Nogmaals dank! 😉