Het klein geaderd witje is, weinig verbazend, een lid van de familie der Witjes (Pieridae) waartoe onder andere ook het klein en groot koolwitje en het oranjetipje behoren. Het groot geaderd witje is ook een lid uit die familie, maar is door nog onbekende oorzaak sinds 1975 uit ons land verdwenen.
Het klein geaderd witje is een zeer veel voorkomend vlindertje met een voorvleugellengte van zo’n 22 mm. Hij kreeg zijn naam door de groene, soms grijze, bestuiving van de ‘aders’ die door de vleugels lopen. Dit betreft overigens alleen de buitenzijde van de vleugels en is alleen bij de voorjaarsgeneratie duidelijk waarneembaar. Die generatie ontpopt na te hebben overwinterd, grofweg rond de eerste mooie dagen in maart of april. Het witje vliegt in drie generaties rond, met pieken begin mei, eind juli en eind augustus.
Daar het een neef is van het oranjetipje, is het ook een liefhebber van pinksterbloem en look-zonder-look. Bij uitstek de waardplanten voor dit kleine witje. Hoewel de eitjes van zowel het oranjetipje als het klein geaderd witje gelegd worden op deze planten, bestaat er weinig concurrentie tussen de rupsen. De rups van het witje eet de bladeren waar de rups van het tipje de zaden en de bloemen eet. Voor ieder wat wils. Zo regel je dat binnen de familie.
Net als alle vlinders is het een gewillige prooi voor een scala aan dieren. Vleermuizen, vogels, reptielen, spinnen en insecten doen zich jaarrond tegoed aan het klein geaderd witje. De meeste redden het niet tot volle wasdom.
4 reacties
Leuk stuk Chris, vol met weetjes die ik nog niet wist… en die frontale is grappig. Ze lijken dan vaak ook wat scheel te kijken 🙂
Dank je wel Noortje! Ja vlinders frontaal zijn écht leuk.
Leuk verhaal, wist niet dat het familie van het Oranjetipje is
Hoi Rob, dank je, jazeker is dat familie grappig hè!