Van de heidesoorten in ons land is kraaihei wel een heel bijzondere. Van dophei en struikhei zijn we opvallende bloemen gewend, bij kraaihei zijn de bloempjes verborgen en weinig opvallend. De reden is dat kraaihei niet is aangewezen op bestuiving door insecten maar door de wind. De bloemen bloeien dan ook al heel vroeg in het jaar, al voordat er veel insecten in de heidevelden te vinden zijn.
Er zijn mannetjes en vrouwtjesplanten. Tweehuizig heet dat in de plantenwereld. De mannelijke struiken herken je aan de meeldraden die buiten de bladeren uit steken, de vrouwelijke bloemen zijn heel klein en nauwelijks te zien. Pas als er vruchten ontstaan weet je wat de vrouwtjesplanten zijn.
Het blad van kraaihei is des te opvallender. De struik groeit in dichte matten die gemakkelijk over andere de andere heide heen groeit en zelfs kan overwoekeren. In de winterperiode is het blad donkerrood, in de zomer knalgroen. In beide jaargetijden dus een in het oog springende verschijning in het landschap.
De vrucht van de kraaihei is een zwarte bes. Die kun je in de zomerperiode vinden aan de vrouwelijke planten. Kraaihei leeft in onze streken aan de zuidgrens van zijn leefgebied. Daardoor is bloei en vruchtzetting niet altijd vanzelfsprekend.

Fototips
- Kraaihei groeit in dichte matten die andere hei kan overgroeien. De heldergroene kleur in de zomer valt op. Dit kan fraaie patronen in het landschap opleveren in combinatie met de omgeving.
- In de winter en het vroege voorjaar is kraaihei rood gekleurd. Dat geeft een speciale tint in het winterlandschap voor landschapsfotografie.
- De bloemen in het voorjaar zijn klein en met name geschikt voor macrofotografie. Vooral de mannelijke bloemen, met hun meeldraden die buiten de plant steken.
- De bladeren zijn heldergroen met een opvallende witte streep aan de onderzijde. Van dichtbij dus best mooi.
- De rijpe bessen in de zomer zijn zwart en decoratief in het heidelandschap.
Verspreidingskaart
Meer weten?
Wilde bloemplanten van Drenthe
En dan nog dit!
De bessen van kraaiheide kunnen overvloedig voorkomen in gebieden waar de struik zich thuisvoelt, zoals Drenthe. Dassen en vossen eten er graag van, blijkt uit de resten in hun uitwerpselen. Voor de mensen zijn de bessen eetbaar maar niet erg smakelijk. Wel behoren de bessen bij de Inuit en Saami tot hun voedselpakket. Vaak in combinatie met andere bessen of gekookt in gerechten.