Menu

Onderdeel van Pixfactory

Moeraswolfsklauw

Tot voor kort kwam deze aparte sporenplant nog voor op de Rode Lijst van bedreigde plantensoorten. Daar is hij in Nederland inmiddels afgehaald! Dankzij natuurherstel en minder meststoffen doet deze soort het weer goed. In natte heidevelden waar geplagd is, komt hij soms na tientallen jaren weer spontaan tevoorschijn. Met lange uitlopers kruipt hij over de kale bodem. Waar de stengel opeens omhoog gaat en boven de vegetatie uit steekt weet je meteen dat daar de sporen in verstopt zitten.
Ontmoeting van twee pioniersplanten: moeraswolfsklauw en kleine zonnedauw. Fotograaf: Ron Poot

De moeraswolfsklauw is een klein kruipend plantje, dat je makkelijk herkent aan de karakteristieke lichtgroene beschubde stengels. In de nazomer en herfst vormt het zijn sporen. De kruipende stengels richten zich op en vormen aan het uiteinde de sporendrager. Je kunt dat snel zien, omdat dat stengeldeel er dikker uitziet dan de rest. Met het kopje in de lucht kan de wind er beter bij en kunnen de sporen ver weg waaien en zorgen voor verspreiding.

Echte bladeren zie je bij moeraswolfsklauw niet, het zijn meer schubben die dicht tegen de stengel aan liggen. Aan de kruipende stengels zijn ze iets sikkelvormig omhooggericht. Op de sporenaar staan ze wijder uiteen, waardoor de aar er verdikt uit ziet. Daartussen zitten de sporenhouders.

Zoals de naam al zegt houdt deze soort van natte standplaatsen. Het is geen probleem als de standplaats soms onder water staat zoals in de winter. Het is een pionier, dat wil zeggen dat hij zich snel en graag op open onbegroeide plekken vestigt waar andere planten het niet redden. Als de vegetatie echter te dicht wordt verdwijnt moeraswolfsklauw weer snel. Dat was ook een reden voor zijn achteruitgang in de vorige eeuw: door de vermesting groeiden natte heide en kale plakken snel vol met grassen (pijpenstrootje in de heidevelden) en andere kruiden.

Zijn favoriete biotopen zijn natte heiden en nieuw ontwikkelde natuurterreinen. Kaal, open, vrij zuur en voedselarm. In vochtige heiden vind je de groene stengeltjes vaak aan de rand van de heidepaadjes, want daar is het open. Heidebeheer door plaggen heeft er afgelopen decennia voor gezorgd dat moeraswolfsklauw weer veel terrein gewonnen heeft. Ook in natuurontwikkelingsterreinen op vochtige zandgronden zijn de omstandigheden gunstig voor deze sporenplant. Bij voorkeur groeit hij langs poelen en plasjes.

Een soort waarmee moeraswolfsklauw vaak samen voorkomt is kleine zonnedauw. Ook dit is een pionierplantje dat houdt van arme open vochtige grond. Vind je de een, dan loont het vaak de moeite te zoeken naar de ander.

De wolfsklauwenfamilie is maar een kleine familie, in ons land slechts met een vijftal soorten vertegenwoordigd. Moeraswolfsklauw is nog de algemeenste, de andere soorten zijn veel zeldzamer.

Vanuit laagpunt gefotografeerd, door de omliggende vegetatie heen. Fotograaf: Ron Poot

Fototips

  • De opgerichte stengels (sporendragers) zijn kenmerkend en leuk om te fotograferen. Fotografeer vanaf laag standpunt door de vegetatie heen om ze goed uit te laten komen.
  • In het najaar kleuren de sporenaren geel en vallen dan extra goed op in de vegetatie.
  • Vaak groeit kleine zonnedauw in de omgeving, kijk eens of je ze allebei op de foto kan krijgen. Beide soorten kleuren leuk rood en groen bij elkaar.
  • Van boven vormen de kruipende stengels een heel netwerk op de kale bodem. Dit leent zich soms goed voor een meer abstracte foto.
  • Voor macrofotografie: zoom eens in op een sporenaar. De schubben geven mooi detail. Gebruik een open diafragma om de aar los te krijgen van de achtergrond.
  • Betreedt de omgeving van moeraswolfsklauw voorzichtig. Met name natte heiden zijn een kwetsbaar biotoop met zeldzame soorten.

Leefomgeving

Open vochtige zandgrond. Langs heidepaadjes, vennetjes en in natuurontwikkelingsterreinen.

Vindtijd

Sporenvormend van juli – oktober.

Bescherming

In België wettelijk beschermd.

Kwetsbaarheid

In Nederland en Vlaanderen niet meer bedreigd, Wallonië nog wel zeer zeldzaam.
Het biotoop (natte heide) is kwetsbaar en gevoelig voor verdroging en vermesting.

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

De huidige wolfsklauwen stammen af van een een zeer oude groep, de wolfsklauwgewassen. Hun hoogtepunt beleefde deze groep in het Carboon, zo’n 300 miljoen jaar geleden. In leisteen en steenkool vind je nog de fossiele afdrukken van de voorouders. Daartoe behoorden ook enorme woudreuzen van meer dan dertig meter groot: de zegelbomen en de schubbomen. Zij vormden een tropisch woud. Van die enorme rijkdom aan wolfsklauwgewassen is niet veel meer over. Naast de wolfsklauwfamilie stammen ook de zeldzame biesvarens en mosvarens af van de oer-wolfsklauwengroep. De huidige wolfsklauwfamilie bevat zo’n driehonderd soorten wereldwijd waarvan er vijf in Nederland voorkomen.

Het mosvarentje stamt ook af van de oer-wolfsklauwen en vind je wel in Zuid Europa. Fotograaf: Ron Poot

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: