Veel familie heeft muskuskruid niet. Het is de enige soort in zijn geslacht. Zijn meest nabije verwanten zijn vlier en gelderse roos, flinke struiken en bomen die er toch echt heel anders uitzien dan het nietige muskuskruid.
Zijn naam dankt de soort aan de lichte muskusgeur die het verspreidt. Je hebt een goede neus nodig om het te ruiken. De latijnse naam is Adoxa moschatinella. “Adoxa” betekent zoveel als “zonder aanzien”. Dat slaat natuurlijk op de onopvallende groenige kleur van de kleine bloempjes. De tweede naam “moschatinella” betekent muskusachtig, dat duidt op de geur van de plant.
De tere bladeren zijn verdeeld in slippen en zitten laag bij de grond. Het bloempje steekt er met een lange steel bovenuit en valt daardoor iets beter op. Aan het eind van de bloemsteel zitten vijf kleine geelgroene bloempjes bij elkaar in de vorm van een dobbelsteen. Een grappig gezicht. Als je het “zoekbeeld” eenmaal te pakken hebt, zie je de kleine bloempjes wel. Tijdens de bloeitijd in het vroege voorjaar tenminste, in de zomer verdwijnen de bloeiwijzen en de bladeren al snel.
De bloempjes die zo netjes in een kubus zijn gerangschikt lijken alle vijf hetzelfde, maar dat zijn ze niet. Het eindbloempje aan de bovenzijde van het dobbelsteentje is viertallig, de bloemkroon heeft vier bloemslippen en daarbinnen zitten 4 tot de voet gespleten meeldraden (het lijken er daardoor 8). De vier bloemen aan de zijkanten daarentegen zijn vijftallig: de bloemkronen hebben vijf slippen en in de bloem zitten 5 gespleten meeldraden (schijnbaar 10).
Het is een soort die thuishoort in het rijtje voorjaarsplanten, die bloeien voordat de bomen in blad zijn. Ze hebben vochtige, voedselrijke en schaduwrijke omgeving nodig. In volgorde van algemeen naar zeldzaam hebben we het dan over de volgende reeks: speenkruid – bosanemoon – witte klaverzuring – muskuskruid – donkersporig bosviooltje – boszegge – gulden boterbloem – slanke sleutelbloem – eenbes – schedegeelster. Vind je een soort uit deze reeks, dan loont het de moeite op zoek te gaan naar de volgende in de rij. Je hebt de hoofdprijs als je ze allemaal vindt, zoals in het net over de Duitse grens gelegen Samerrott.
Fototips

- De kleine bloempjes en de bijzondere bloeiwijze in dobbelsteenformaat zijn een uitdaging voor de macrofotograaf. Alleen met een flinke vergroting kun je de details van de bloemen goed zien
- Neem ook eens een foto van boven, zodat je de bladvorm in je beeld mee kunt nemen.
- Denk vanuit de achtergrond, want die bepaalt de sfeer in je foto. Een lichte zonnige achtergrond waarbij de planten in de schaduw staan geeft vaak fraaie pastelkleuren.
- Betrek ander voorjaarsplanten die wat kleurrijker zijn dan muskuskruid in je achtergrond, bijvoorbeeld het blauw van een bosviooltje, het geel van speenkruid of wit van bosanemoontjes.
- Bokeh-effecten kun je krijgen door vanuit laag standpunt te werken en het licht dat door de boomkruinen valt in de achtergrond te vangen.
Verspreidingskaart
Statistiek en verspreiding in Nederland
Meer weten?
En dan nog dit!
Een bijzondere eigenschap van dit plantje is, dat hij zijn eigen zaden plant. Als de zaden rijp zijn, buigt de vruchtsteel diep voorover tot de vrucht de grond raakt. Daar laat hij de zaden los in de bodem. Een andere plant die deze eigenaardigheid heeft is muurleeuwenbek.
Boeiende uitleg. En inspirerende fotografie
Bedankt Bas, leuk te horen. Groet, Ron