De otter is een van de grootste inheemse marterachtige, met een kop-romplengte tussen de 60 en 95 cm en een staartlengte tussen de 35 en 50 cm. Met z’n maximum gewicht van 12kg is de otter ook nog eens een zwaargewicht, die in gewicht enkel wordt voorbijgestreefd door de das. Het slanke lijf en dichte harenpakket is perfect voor het onder water jagen op vissen, rivierkreeften en andere prooien. De voor- en achterpoten zijn voorzien van zwemvliezen waardoor otters zich snel en wendbaar onder water kunnen bewegen. Op het land zijn ze een stuk minder snel en wendbaar.
Otters zijn nachtdieren en verplaatsen zich soms vele kilometers tijdens hun nachtelijke zwerftochten. Het zijn, gek genoeg, dieren die zich liever over het land bewegen dan in het water. Dat is ook de reden waarom ze regelmatig dood worden gereden. Als een watergang onder een weg geen oevers of looprichels heeft, dan gaat de otter het land op om zo aan de andere kant van de weg te komen. Tegenwoordig zijn veel plekken waar regelmatig otters werden doodgereden voorzien van tunnels en begeleidende hekken, waardoor het aantal slachtoffers op die specifieke locaties drastisch verminderd is. Maar nog steeds komt een groot deel van onze otters aan z’n einde op een weg: maar liefst rond de 25% van de otters sterft jaarlijks onder de wielen van een auto.
Otters worden in hun tweede levensjaar geslachtsrijp. Of een paartje dan ook daadwerkelijk aan de slag gaat met het produceren van jongen is sterk afhankelijk van drie factoren: rust, ruimte en voedsel. De territoriumgrootte wordt gemeten aan de hand van het aantal kilometers geschikte oever. Dit kan een paar kilometer zijn als er veel voedsel voorhanden is, maar is meestal veel langer tot zo’n 40km. De twee tot drie blind geboren jongen worden meestal geboren in de lente en de zomer in een bedekt nest, vaak onder pitrus of een boomstronk. Het mannetje is dan al vertrokken en speelt geen rol in de opvoeding. Om de paar weken neemt de moeder ze mee naar een nieuw nest om te voorkomen dat het oude nest wordt ontdekt door een vos of kat. Na twee tot drie maanden krijgen de jongen een waterdichte vacht en gaan ze met moeder op pad om te leren jagen en samen te spelen. Na ongeveer een jaar zijn ze oud genoeg om zelf de wereld in te trekken en jaagt moeder ze weg. In het wild worden otters gemiddeld drie tot vier jaar oud, maar uit gevangenschap zijn otters bekend die 22 jaar oud zijn geworden.
Sinds de herintroductie van de otter is het de soort, met horten en stoten, uiteindelijk voor de wind gegaan. De populatie in de Weerribben werd een bron voor de rest van Nederland. Jonge otters moesten de Weerribben verlaten omdat het gebied te klein voor alle otters was geworden en verspreidden zich in de richting van Friesland, Overijssel en Flevoland. Ook bereikten otters uit Duitsland ons land, wat weer goed was voor de genetische diversiteit. De opmars gaat gestaag door. Zo werd in 2017 de eerste otter in het Naardermeer in Noord-Holland vastgesteld en konden daar in 2021 de eerste otterjongen verwelkomd worden. Zelfs midden in steden zoals Zwolle wonen al otters en de soort staat inmiddels ook voor de poorten van Amsterdam. Ondertussen zijn bijna alle andere provincies bereikt. Als laatste is Zeeland bereikt, in 2022.