Sneeuwgors

De sneeuwgors is een kleine zangvogel die broed in Schotland, IJsland, Scandinavië en de noordkust van Rusland. Hier broeden ze in rotsachtige kale gebieden. In de herfst en wintermaanden heb je kans om ze in Nederland tegen te komen, dan trekken ze namelijk naar het zuiden om te overwinteren.  
Door de schelpen op de voorgrond en een laag diafragma lijkt het alsof deze sneeuwgors in de wolken zit.
Door de schelpen op de voorgrond en een laag diafragma lijkt het alsof deze sneeuwgors in de wolken zit. Fotograaf: Christien van der Veen

Sneeuwgorzen hebben een zomer- en winterkleed. In de zomer hebben de mannetjes een volledig zwart/wit verenkleed en een zwarte snavel. Vrouwtjes zijn dan niet volledig zwart/wit. Zij hebben namelijk nog een bruine tekening op de kop, hals en rug.

Portretfoto van de sneeuwgors
Portretfoto van de sneeuwgors. Fotograaf: Christien van der Veen

In de winter verandert het verenkleed van beide naar rossige, geelbruine tinten op de kop, borst en rug. De vleugels zijn aan de bovenkant wit met zwarte uiteinden. In de winter hebben beide een gele snavel. Mannetjes hebben meer wit in de vleugels dan vrouwtjes, verder lijken ze in de winter bijna hetzelfde. Vooral in vlucht valt het wit in de vleugels op, waardoor je ze snel herkent.

Rond eind september, begin oktober komen de sneeuwgorzen naar Nederland. Sneeuwgorzen zijn gebonden aan de kust, waar je dan ook de grootste kans hebt om ze te zien. Ze verblijven in open gebieden zoals stranden, kweldergebied, dijken en braakliggend terrein. Vooral in het noorden van Nederland, het Waddengebied en de Waddeneilanden kun je grote groepen sneeuwgorzen tegenkomen. In het binnenland zul je ze niet zo snel zien.

Foeragerende sneeuwgors in het waddengebied.
Foeragerende sneeuwgors in het waddengebied. Fotograaf: Christien van der Veen

Zie je een grote groep sneeuwgorzen? Blijf dan nog even goed kijken, want de kans is groot dat je ook andere vogels ziet zoals strandleeuweriken, ijsgorzen of fraters. Sneeuwgorzen foerageren namelijk vaak met soorten.

Sneeuwgorzen eten voornamelijk zaden van zoutminnende planten zoals zeekraal, schorrenkruid, zoutmelde en schorrenzoutgras. In het broedseizoen eten ze ook insecten en spinnen. Jongen worden alleen gevoed met ongewervelden. Sneeuwgorzen foerageren laag bij de grond, waarbij je ze het vaakst lopend of rennend zaden ziet zoeken tussen lage vegetatie.

Foeragerende sneeuwgors.
Foeragerende sneeuwgors. Fotograaf: Christien van der Veen

Sneeuwgorzen broeden in hooggebergtes, boomloze hoogvenen, toendra en noordelijke rotskusten. Mannetjes zijn vaak al ongeveer een maand eerder in het broedgebied dan de vrouwtjes. De mannetjes komen vaak in groepen en langzaamaan splitsen ze zich op en zoeken ze een territorium. Vrouwtjes bouwen het nest. Ze hebben vaak twee legsels van een stuk of vijf eitjes. Als de jongen uit het ei komen worden ze door beide ouders gevoerd. Na twee weken zijn de jongen vliegvlug.

Fototips

  • Sneeuwgorzen zijn erg snel en zitten bijna niet stil. Hierdoor zijn ze soms lastig te fotograferen. Het is mooi om een laag standpunt te kiezen. Observeer het gedrag en kijk in welke richting de sneeuwgorzen bewegen. Zo kun je met een boog om ze heen lopen en een eindje verderop op de grond gaan liggen om ze op te wachten. Mijn ervaring is dat je beter iets te ver weg kunt gaan liggen dan vrij dichtbij. Als je ziet welke kant de groep op beweegt heb je meer kans dat ze op je af komen. Ga je te dichtbij liggen dan heb je meer kans dat ze juist van je af gaan foerageren en heb je alleen de ruggetjes op de foto. Geduld is hierbij een schone zaak maar je wordt er vast mee beloond!
  • Om een foto met een laag standpunt te maken is het aan te raden om een vuilniszak of matje mee te nemen om op te liggen (zeker in de wintermaanden kan de grond nat zijn) en bijvoorbeeld een rijstzak om je camera op te leggen.
  • Gebruik een telelens van minimaal 300 mm (het liefst meer), omdat ze zo bewegelijk zijn is een korte sluitertijd aan te raden .
  • Kijk goed om je heen of er ook andere interessante soorten zijn. In de buurt van sneeuwgorzen heb je namelijk kans om ook fraters, ijsgorzen of strandleeuweriken te spotten.
  • Probeer op de achtergrond te letten, omdat ze veelal op de grond zitten is de kans groot dat er snel storende elementen in je achtergrond komen.

    Gefotografeerd vanaf een laag standpunt.
    Gefotografeerd vanaf een laag standpunt. Fotograaf: Christien van der Veen

Leefomgeving

Open gebieden zoals strand, kwelders, dijken en braakliggend terrein. Broeden in hooggebergtes, boomloze hoogvenen en toendra en noordelijke rotskusten.

Vindtijd

Vanaf eind september/begin oktober tot maart/april in Nederland aanwezig.

Meer weten?

Bescherming

Wettelijk beschermd

Kwetsbaarheid

Niet bedreigd

Verspreidingskaart

Nederland

België

 

 

 

En dan nog dit!

Het grootste deel van de sneeuwgorzen in Nederland zijn vrouwtjes. De meeste mannetjes overwinteren wat noordelijker, zodat ze dichter bij het broedgebied zijn.

Eén reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Eén reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: