Stinsenplanten

Ooit zijn ze als sierplanten aangeplant op landgoederen en buitenplaatsen. Nu zijn het de juweeltjes die een kleurig tapijt onder de soms nog kale bomen leggen. Stinsenplanten zijn er al sinds de 16e eeuw aanwezig en mogen inmiddels wel tot de inheemse flora gerekend worden. Vooral in het voorjaar zijn er veel mooie bloeiers te vinden.
Bloeiende bostulp bij tegenlicht. Fotograaf: Ron Poot

De naam stinsenplant is afkomstig van het Friese woord “stins”, een ander woord voor een buitenplaats of landhuis. De Friese botanicus Jacob Botke heeft de naam stinsenplant in 1932 geïntroduceerd. Hij schreef in zijn boek over de ‘stinseblomkes’ op het landgoed Schierstins in Friesland. Dat was de lokale naam voor het Haarlems klokkenspel, een vrij zeldzame stinsenplant die hier en daar in Friesland, Groningen en nabij Haarlem gevonden wordt. Sindsdien is stinsenplant de algemeen gebruikte naam geworden voor de verwilderde sierplanten op landgoederen.

Macro opname van gevlekt longkruid. Fotograaf: Ron Poot

Een eensluidende definitie voor de stinsenplant is er niet. Welk artikel of uitgave je ook neemt, steeds zie je weer andere soorten die tot stinsenplant zijn gebombardeerd. In het algemeen kun je wel zeggen dat stinsenplanten de volgende kenmerken hebben:

  • verwilderde sierplanten
  • al vanaf de 16e eeuw aangeplant
  • op landgoederen, buitenplaatsen, boerenhoven, pastorietuinen
  • houden van kalkrijke grond met goede bodemstructuur
  • uitbundig bloeiend, de meeste in het voorjaar
  • afkomstig uit Midden of Zuid-Europa (soms ook inheems)
  • planten met knollen, bollen of wortelstokken
Gevulde bosanemonen op de voorgrond, het water met een bankje is als een kenmerkend landgoed aspect op de achtergrond meegenomen. Fotograaf: Ron Poot

Schoolvoorbeelden van stinsenplanten zijn holwortel en bostulp. Als je de verspreidingskaartjes van deze soorten bekijkt heb je meteen een overzicht waar stinsenplanten voorkomen. Grofweg vind je de meeste stinsenplanten in de landgoederen van de noordelijke kleigebieden (Groningen, Friesland), achter de duinen en langs de grote rivieren. Dat is niet zo gek, want dat zijn kalkrijke of kleigronden, waar stinsenplanten goed gedijen.

Dat wil niet zeggen dat andere landgoederen, zoals de kastelen op de zandgronden, geen stinsenplanten kennen. Echter, vaak is de soortenrijkdom en de overdaad van bloeiende planten een stuk minder. Ook hier zijn er gelukkig uitzonderingen die de regel bevestigen! Sommige landgoederen voeren een actief beleid om de stinsenplanten te stimuleren en verder aan te planten.

Boshyacint, omlijst door de kleuren van vage omringende bloemen. Fotograaf: Ron Poot

Fototips

  • Oriënteer je vooraf welke soorten bloeien, de stinsenplanten wisselen elkaar af. Eind april bloeien de meeste soorten tegelijk.
  • Door de uitbundige bloei lenen stinsenplanten zich goed voor landschapsfotografie. Je kunt de bloemen als kleurrijke voorgrond gebruiken. Een groothoeklens of een compact/bridgecamera lenen zich hier het best voor.
  • Zoom eens in op een klein polletje bloeiende planten en betrek de achtergrond in je omgeving. Neem karakteristieke elementen mee in je foto zoals een landhuis of kasteel. Geschikt voor groothoeklens of compact/bridgecamera.
  • Massale bloei is leuk om van boven te fotograferen, vaak geeft dit vogelperspectief een wat abstract beeld.
  • Met een macrolens kun je mooie details in beeld brengen. Let goed op de achtergrond en de voorgrond om bijvoorbeeld de bloemkleuren hierin terug te laten komen.
  • Bloemen komen het mooist uit vanaf een laag standpunt. Met de plant op ooghoogte geeft het een intiemer beeld en vaak is de achtergrond vanaf kikkerperspectief rustiger.
  • Voor een zachte vervaging van voor en achtergrond kun je het best met macrolens fotograferen en het diafragma open zetten (f/2.8-f/4.0).
  • Bij een lichte achtergrond en je bloem in de schaduw verdient het aanbeveling een stop over te belichten. Dan is de belichting van je bloem goed en de achtergrond krijgt een pastelachtige kleur.
De dichtersnarcis op ooghoogte. Fotograaf: Ron Poot

Leefomgeving

Landgoederen, buitenplaatsen, boerenhoven, pastorietuinen.

Vindtijd

Februari-juli, optimum in april

Bescherming

nvt

Kwetsbaarheid

nvt

Verspreidingskaart

En dan nog dit!

Is het stinsenplanten of stinzenplanten? De schrijfwijze die je het meest tegenkomt op websites en in boeken is die met een z. Maar de Dikke van Dale, het Groene boekje, Wikipedia en zelfs de Flora van Heukels houden het allemaal op stinsenplanten met een s…. In dit artikel is daarom deze voorkeursspelling aangehouden.

 

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Geef een reactie

Reageer op dit artikel

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site wordt beschermd door reCAPTCHA en het Google privacybeleid en servicevoorwaarden zijn van toepassing.

Deze artikelen vind je vast ook interessant: